Hiervoor kunt u een tekenreeks van vijf of dertien tekens opgeven die alfanumerieke en
onderstrepingstekens '_' kan bevatten. Deze sleutel is hoofdlettergevoelig.
◦ Hex
Hiervoor kunt u een tekenreeks van 10 of 26 tekens opgeven die hexadecimale tekens kan
bevatten (0 tot 9, A tot F en a tot f).
• Sleutellengte (Key Length)
Lengte van de WEP-sleutel. Selecteer 64-bits of 128-bits. Met een langere sleutellengte kunt u een
complexere WEP-sleutel maken.
L
• Verbindingkwaliteit (Link Quality)
De status van de verbinding tussen het toegangspunt en de printer zonder storing wordt aangegeven
met een waarde tussen 0 en 100%.
• LPR
Een platformonafhankelijk afdrukprotocol dat in TCP/IP-netwerken wordt gebruikt. Het protocol
ondersteunt geen bidirectionele communicatie.
M
• MAC-adres (AirPort-ID)
Dit wordt ook het fysieke adres genoemd. Een unieke en permanente hardwareaanduiding die is
toegewezen aan netwerkapparaten door de fabrikant. MAC-adressen zijn 48 bits lang en zijn
geschreven als hexadecimale nummers, gescheiden door dubbele punten:11:22:33:44:55:66.
N
• Netwerk (SSID)
Uniek label door draadloos LAN. Wordt vaak voorgesteld als een netwerknaam of
toegangspuntnaam.
De SSID onderscheidt het ene draadloze LAN van andere LAN's om storingen te voorkomen.
De printer en alle clients in een draadloos LAN moeten dezelfde SSID gebruiken om met elkaar te
communiceren. De SSID kan maximaal 32 tekens lang zijn en bestaat uit alfanumerieke tekens. Er
kan ook naar de SSID worden verwezen met de netwerknaam.
P
• Wachtwoord (WEP)/Wachtwoord (WEP-sleutel) (Password (WEP)/Password (WEP Key))
Een coderingsmethode die wordt gebruikt door IEEE 802.11. Gedeelde beveiligingssleutel die wordt
gebruikt om gegevens te coderen en decoderen die worden verzonden via draadloze netwerken.
Deze printer ondersteunt een sleutellengte van 64 bits of 128 bits, de sleutelindelingen ASCII-code en
Hexadecimaal, en een sleutelnummer van 1 tot 4.
323