Opmerking
• Lijn de stapel enveloppen uit met de rand van cassette 1, zoals in de onderstaande afbeelding.
Als de enveloppen in contact komen met het uitstekende deel (E), worden de enveloppen
mogelijk niet goed ingevoerd.
5. Lijn de papiergeleider (A) aan de voorzijde uit met de enveloppen.
6. Verschuif de papiergeleider (B) aan de rechterzijde om de linker en rechter papiergeleiders
uit te lijnen met beide zijden van de enveloppen.
Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen de enveloppen. De enveloppen worden dan misschien niet
goed ingevoerd.
Opmerking
• Plaats de enveloppen niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (F).
• Zorg dat de stapel enveloppen lager is dan de tabs (G) van de papiergeleiders.
7. Plaats cassette 1 in het apparaat.
Druk cassette 1 helemaal in het apparaat totdat deze stopt.
Nadat u de cassette in het apparaat hebt geplaatst, wordt het registratiescherm voor papiergegevens
voor de cassette weergegeven op het aanraakscherm.
168