Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Het apparaat is geschikt voor het gebruik van staaldraad (massief of gevuld),
RVS-draad of aluminiumdraad als lasdraad. U kunt ook staaldraad gebruiken met
een dikte van 0,6, 0,8 of 1,0 mm, maar de laseigenschappen van het apparaat zijn
optimaal bij gebruik van staaldraad met een diameter van 0,8 mm. Bij RVS-draad
kunt u kiezen voor een diameter van 0,8, 0,9 of 1,0 mm, aluminiumdraad dient
een diameter van 1,0 mm te hebben.
1.3

heT lasproces

Behalve van het gebruikte lasapparaat, is het resultaat van laswerkzaamheden
ook afhankelijk van het werkstuk en de werkomgeving. Werk daarom volgens de
aanbevelingen in deze handleiding.
Bij het lassen wordt elektrische stroom via het draadmondstuk van het laspistool
naar het lasdraad geleid en via het draad naar het werkstuk. De aan het werkstuk
bevestigde massakabel voert de stroom terug naar het apparaat, waardoor het
noodzakelijke gesloten circuit wordt gevormd. Onbeperkte stroomafgifte is
mogelijk als de aardklem goed aan het werkstuk is bevestigd en de plaats waar de
klem is bevestigd schoon, blank (zonder verf, coatings, etc.) en vrij van roest is.
Om te voorkomen dat er lucht bij het smeltbad kan komen, moet tijdens het
lassen een beschermgas worden gebruikt. Pure kooldioxide of een mengsel
van argon en kooldioxide zijn geschikte beschermgassen voor het lassen met
staaldraad. Voor lassen met RVS-draad moet een mengsel van argon plus 2
procent CO₂ worden gebruikt, terwijl bij lassen met aluminiumdraad argon het
meest geschikt is. Sommige lasdraden vormen tijdens het smelten ervan een
beschermgas, zodat er geen aparte toevoer van beschermgas nodig is.
NL
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave