3.1
daGelijks onderhoud
• Verwijder gestold lasmateriaal van het mondstuk van het laspistool en
controleer de conditie van de onderdelen. Vervang beschadigde onderdelen
altijd direct door nieuwe. Gebruik alleen Kemppi-onderdelen.
• Controleer of de isolatiemantels op de hals van het laspistool onbeschadigd
zijn en zich op de juiste plaats bevinden. Vervang beschadigde
isolatiemantels altijd direct door nieuwe.
• Controleer of de laspistool- en massakabel niet los zitten.
• Controleer de staat van het netsnoer en de laskabel. Vervang beschadigde
kabels altijd direct.
3.2
onderhoud van heT
draadaanvoerMechanisMe
Kijk het draadaanvoermechanisme ten minste elke keer dat de haspel wordt
vervangen na en maak het schoon.
• Controleer de aanvoerrolgroef op slijtage en vervang zo nodig de aanvoerrol.
• Reinig de draadgeleider van het laspistool met perslucht.
reinigen van de draadgeleider
Door druk van de aanvoerrollen schuurt er metaalstof van het oppervlak
van de lasdraad. Dit stof komt vervolgens in de draadgeleider terecht. Als de
draadgeleider niet wordt gereinigd, hoopt het stof zich op en kan het een goede
draadtoevoer belemmeren. Reinig de draadgeleider als volgt:
1.
Verwijder het gasmondstuk, het draadmondstuk en de draadmondstukadapter.
2.
Blaas perslucht door de draadgeleider met een blaaspistool.
3.
Blaas het draadaanvoermechanisme en de haspelbehuizing met perslucht
schoon.
4.
Zet het laspistool weer in elkaar. Draai het draadmondstuk en de draadmondstu-
kadapter vast met een moersleutel.
NL
17