beschermgas
Voor staallasdraad wordt als beschermgas kooldioxide of een mengsel van
kooldioxide en argon gebruikt om de lucht van de lasboog weg te houden. Bij
lassen met RVS-draad moet een mengsel van argon en kooldioxide (2 %) als
beschermgas worden gebruikt, terwijl bij lassen met aluminiumdraad argon het
meest geschikt is. De draaddiameter in combinatie met het lasvermogen zijn
bepalend voor de hoeveelheid gasstroming.
Het apparaat wordt geleverd met een gasslang met een lengte van 4,5 meter.
Sluit de snelsluiting van de gasslang aan op de slangaansluiting van het apparaat
en het andere slanguiteinde op het reduceerventiel van de gasfles.
NL
1.
Sluit de slang aan op het reduceerventiel van de gasfles en draai de aansluiting
vast.
2.
Pas de gasstroming aan met de schroef van het reduceerventiel. Een geschikte
gasstroming is 8-15 l/min.
3.
Sluit na gebruik het reduceerventiel op de fles.
LET OP!
voordat u het reduceerventiel aansluit de fles goed vast in verticale stand.
8
Gebruik een beschermgas dat geschikt is voor het draadmateriaal. Zet