Inhoudsopgave
Advertenties
Als de booglengte eenmaal is ingesteld, hoeft deze ook bij wijzigingen in de
plaatdikte meestal niet meer te worden aangepast.
2.6.4 display in handmatige modus
1.
Bedieningsmodus
2.
Diagram voor draadaanvoersnelheid
3.
Laswaarden: draadaanvoersnelheid, lasspanning en lasstroom
De geselecteerde bedieningsmodus wordt in het display weergegeven. Tijdens
het lassen wordt in het diagram voor de draadaanvoersnelheid de snelheid van
de draadaanvoer weergegeven.
De draadaanvoersnelheid is de enige waarde die altijd in het display wordt
weergegeven. Bij het aanpassen van de lasspanning wordt in het display de
ingestelde waarde voor de spanning weergegeven. Tijdens het lassen wordt de
daadwerkelijke spanning weergegeven. De lasstroom wordt alleen tijdens het
lassen weergegeven.
De waarden voor de daadwerkelijke lasspanning en lasstroom tijdens het lassen
blijven na het lassen in het display staan tot er opnieuw met lassen wordt
begonnen of de instellingen worden gewijzigd.
2.6.5 aanpassingen in de handmatige modus
In de handmatige modus moeten de draadaanvoersnelheid en lasspanning
beide apart worden ingesteld. De lasstroom en het lasvermogen worden
gedefinieerd op basis van de draadaanvoersnelheid. De gewenste booglengte en
laseigenschappen kunnen worden bereikt door de spanning aan te passen.
NL
15
Advertenties
Inhoudsopgave
