4 Op de voedingsspanning aansluiten
Elektronica- en aansluit-
ruimte - Niet-Ex instru-
menten en instrumenten
met niet-intrinsiekveilige
stroomuitgang
Bedienings- en aansluit-
ruimte - Niet-Ex instru-
menten en instrumenten
met niet-intrinsiekveilige
stroomuitgang
Aansluiting op een PLC
18
4.3
Aansluiting - niveausignalering
Niet-Ex instrumenten en instrumenten met niet-intrinsiekveilige
stroomuitgang
/L
1
/N
PE
2
3
4
Fig. 13: Elektronica- en aansluitruimte bij niet-Ex instrumenten en instrumenten
met niet-intrinsiekveilige stroomuitgang
1
Voedingsspanning
2
Relaisuitgang
3
Signaaluitgang 8/16 mA/HART actief
4
Signaaluitgang 8/16 mA/HART passief
5
Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC)
6
Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC)
Fig. 14: Bedienings- en aansluitruimte bij niet-Ex instrumenten en instrumenten
met niet-intrinsiekveilige stroomuitgang
1
Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid
2
Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter
Wanneer inductieve lasten of hogere stromen worden geschakeld,
wordt de goudlaag op de relaiscontactvlakken permanent bescha-
digd. Het contact is daarna niet meer geschikt voor het schakelen van
laagspanningscircuits.
Inductieve lasten ontstaan ook door de aansluiting op een PLC-in-
gang of -uitgang en/of in combinatie met lange kabels. Voer hier altijd
MGC = Multi Gauge Communication
3)
6 7 8
5
FIBERTRAC 31 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART
6
5
3)
2
1