4 Op de voedingsspanning aansluiten
Veiligheidsinstructies
Aansluittechniek
Aansluitstappen
14
4
Op de voedingsspanning aansluiten
4.1
Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
•
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
•
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten of losmaken.
Opmerking:
Installeer een goed toegankelijke scheidingsinrichting voor het instru-
ment. De scheidingsinrichting moet voor het instrument zijn gemar-
keerd (IEC/EN61010).
De aansluiting van de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt
via veerkrachtklemmen in de behuizing uitgevoerd.
De verbinding met de display- en bedieningsmodule resp. de interfa-
ce-adapter wordt via contactpennen in de behuizing uitgevoerd.
Ga als volgt tewerk:
Deze procedure geldt voor instrumenten zonder explosieveiligheid.
1. Schroef het grote behuizingsdeksel los
2. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken en de afsluitplug uitne-
men
3. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
4. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
FIBERTRAC 31 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART