Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sprongtypen; Spronginformatie Invoeren; Windgegevens Invoeren Voor Haho- En Halo-Sprongen - Garmin INSTINCT CROSSOVER Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Sprongtypen

Met de functie jumpmaster kunt u kiezen uit een van de volgende drie sprongtypen: HAHO, HALO of Statisch.
Het sprongtype is bepalend voor welke aanvullende instellingsgegevens vereist zijn.
pagina 20) Alle sprongtypen, spronghoogten en hoogten waarop de parachute wordt geopend, worden
gemeten in voet boven de grond (AGL).
HAHO: High Altitude High Opening. De jumpmaster springt van een zeer grote hoogte en opent de parachute op
grote hoogte. U moet een DIP en spronghoogte instellen van ten minste 1000 voet. De spronghoogte wordt
verondersteld hetzelfde te zijn als de openhoogte. Gangbare waarden voor de spronghoogte variëren van
12.000 tot 24.000 voet AGL.
HALO: High Altitude Low Opening. De jumpmaster springt van een zeer grote hoogte en opent de parachute
op lage hoogte. De vereiste informatie is hetzelfde als het HAHO-sprongtype plus een openhoogte. De
openhoogte mag niet groter zijn dan de spronghoogte. Gangbare waarden van de openhoogte variëren van
2000 tot 6000 voet AGL.
Statisch: Er wordt uitgegaan van een constante windsnelheid en windrichting gedurende de sprong. De
spronghoogte moet ten minste 1000 voet zijn.

Spronginformatie invoeren

1 Selecteer START.
2 Selecteer Jumpmaster.
3 Selecteer een sprongtype
4 Voer een of meerdere handelingen uit om uw spronginformatie in te voeren:
• Selecteer DIP om een punt in te stellen voor de gewenste landingslocatie.
• Selecteer Spronghoogte om de spronghoogte AGL (in voet) in te stellen waarop de jumpmaster het
vliegtuig verlaat.
• Selecteer Openhoogte om de openhoogte AGL (in voet) in te stellen waarop de jumpmaster de parachute
opent.
• Selecteer Voorwaartse beweging om de horizontaal afgelegde afstand (in meters) als gevolg van de
snelheid van het vliegtuig in te stellen.
• Selecteer Koers naar HARP om de afgelegde richting (in graden) als gevolg van de snelheid van het
vliegtuig in te stellen.
• Selecteer Wind om de windsnelheid (in knopen) en windrichting (in graden) in te stellen.
• Selecteer Constant om aanvullende gegevens voor de geplande sprong in te stellen. Afhankelijk van het
sprongtype selecteert u Percentage van maximum, Veiligheidsfactor, K-open, K-vrije val of K-statisch en
voert u aanvullende informatie in
• Selecteer Automatisch naar DIP om de navigatie naar het DIP automatisch in te schakelen na afloop van
uw sprong.
• Selecteer GA NAAR HARP om navigatie naar de HARP te starten.

Windgegevens invoeren voor HAHO- en HALO-sprongen

1 Selecteer START.
2 Selecteer Jumpmaster.
3 Selecteer een sprongtype
4 Selecteer Wind > Voeg toe.
5 Selecteer een hoogte.
6 Voer een windsnelheid in knopen in en selecteer OK.
7 Voer een windrichting in graden in en selecteer OK.
De windwaarde wordt toegevoegd aan de lijst. Alleen windwaarden op de lijst worden gebruikt tijdens
berekeningen.
8 Herhaal stap 5–7 voor iedere beschikbare hoogte.
20
(Sprongtypen,
pagina 20).
(Constante-instellingen,
(Sprongtypen,
pagina 20).
(Spronginformatie invoeren,
pagina 21).
Activiteiten en apps

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave