Hoofdstuk
11
11.0 Probleemoplossing
Het kan af en toe voorkomen dat u een probleem hebt met het bedieningspaneel voor uw alarm of met
de telefoonlijn. Als dit gebeurt, zal uw bedieningspaneel voor het alarm het probleem identificeren en
een foutmelding weergeven. Raadpleeg de meegeleverde lijst wanneer u een foutmelding op het
scherm ziet. Als u extra hulp nodig hebt, neem dan voor onderhoud contact op met uw distributeur.
Opmerking: Er bevinden zich in deze apparatuur geen onderdelen die door de eindgebruiker kunnen
worden vervangen, behalve de batterijen van het toetsenpaneel. Voer gebruikte batterijen af in
overeenstemming met de plaatselijke regels en voorschriften.
Fouttoestanden
Wanneer er een fouttoestand optreedt, identificeert uw alarmsysteem het probleem en wordt er een
foutbericht weergegeven. Raadpleeg de onderstaande tabel wanneer u een foutbericht op het
beeldscherm ziet. Als u extra hulp nodig hebt, neem dan voor onderhoud contact op met uw distributeur.
Als het systeem een probleemtoestand detecteert, gebeurt het volgende:
Het probleemindicatielampje gaat aan.
l
Het toetsenpaneel piept elke 10 seconden eenmaal. Druk op de toets [*] om het piepen van het
l
toetsenpaneel te stoppen.
Druk op [*][2] om de problemen te onderzoeken. Bij het bekijken van problemen knippert het
probleemindicatielampje, om het niveau van de bekeken problemen aan te geven. Een keer knipperen =
niveau 1, twee keer knipperen = niveau 2 enz.
Het inschakelen van uw systeem kan worden belemmerd door een probleem. Voer om deze toestand op
te heffen [*][2] in, scroll naar Alle problemen erkennen en druk vervolgens op [*] of voer 999 in.
-
-
33