Hoofdstuk
4
5.
Als u de sequentie voor inschakelen wilt annuleren, voert u de toegangscode in of presenteert u een
proximitytag.
6.
Zodra de timer voor de uitgangsvertraging is verlopen, wordt het systeem ingeschakeld:
Het indicatielampje Gereed
l
Het indicatielampje Ingeschakeld
l
De overbruggings- of systeemindicator gaat aan.
l
4.4.1 Stille vertragingstijd
Als het systeem is ingeschakeld met de toets Aanwezig
modus Geen toegang [*][9]:
Wordt de waarschuwingspiep uitgeschakeld.
l
Wordt de tijd voor vertrek alleen voor die periode voor het verlaten verdubbeld (uitsluitend CP-
l
01-versies).
Opmerking: Voor versies zonder CP-01 wordt de standaard vertrektijd gebruikt.
4.5 Inschakelen
De Nachtmodus activeert het alarmsysteem gedeeltelijk door:
Het overbruggen van alle binnensensoren die zijn geconfigureerd als Nachtzones.
l
Alle perimetersensoren inschakelen.
l
U kunt het systeem alleen inschakelen in de modus Nacht kan nadat het systeem eerst is ingeschakeld
in de modus Aanwezig en [*][1] op het toetsenpaneel is ingetoetst. Het toetsenpaneel kan ook worden
geconfigureerd met een functietoets om het systeem in de Nachtmodus in te schakelen. Om een
binnenruimte te betreden die is ingeschakeld, wanneer het systeem is ingeschakeld in de Nachtmodus,
moet u het systeem eerst uitschakelen.
Opmerking: Zorg ervoor dat uw installateur u een lijst heeft verstrekt met alle geprogrammeerde
nachtzones. Uw installateur kan een functietoets configureren om het paneel in de Nachtmodus in te
schakelen, zonder dat het systeem al is ingeschakeld in de modus Aanwezig.
Het systeem inschakelen in de Nachtmodus
1.
Indien geconfigureerd, houdt u de toets voor inschakelen in de Nachtmodus 2 seconden ingedrukt.
Of
2.
Zodra het systeem is ingeschakeld in de modus Aanwezig (het indicatielampje Ingeschakeld
brandt) drukt u op [*][*] op een toetsenpaneel.
Of
druk op [*][1].
3.
Indien nodig voert u uw toegangscode in of presenteert u uw proximitytag. Alle binnenzones zijn nu
ingeschakeld, behalve de apparaten die als nachtzones zijn geprogrammeerd. Het pictogram Nacht
gaat aan.
Om een locatie te betreden die is ingeschakeld in de Nachtmodus, moet u het systeem eerst
uitschakelen door de toegangscode in te voeren.
4.6 Inschakelen
Als u het systeem inschakelt in de modus Geen toegang, wordt het systeem op de volgende manier
ingeschakeld in de modus Aanwezig:
De toegangsvertraging van alle geconfigureerde zones verwijderen.
l
Alle perimetersensoren inschakelen.
l
Alle binnensensoren overbruggen.
l
Betreding door een deur of raam zal direct een alarm activeren.
Het systeem inschakelen in de modus Geen toegang
1.
Controleer of het indicatielampje Gereed
2.
Druk op [*][9] en, voer indien nodig uw toegangscode in of presenteer uw proximitytag.
3.
Als de zones zijn overbrugd, verschijnt een waarschuwing.
4.
Nadat de sequentie voor inschakelen is gestart, gebeurt het volgende:
gaat uit.
blijft branden.
, of de methode voor inschakelen in de
brandt en of uw systeem gereed is voor inschakelen.
-
-
11