12.4. Storingscodes
Wanneer een veiligheidsvoorziening is geactiveerd, wordt er een storingscode op het gebruikersscherm getoond.
De onderstaande tabel bevat een lijst met alle storingen en maatregelen om deze te verhelpen.
Reset de beveiliging door de unit UIT en weer IN te schakelen.
Indien deze procedure voor het resetten van de beveiliging niet werkt, neem dan contact op met uw plaatselijke dealer.
STORING OF
STORINGSCODE
BEVEILIGING
Defect debiet (na 3 keer E8)
Communicatiestoring tussen
besturing en binnenunit
Eind wateruitlaat
temp. sensor (T1) storing
Storing temp. sensor
watertank (T5)
Storing van waterdebiet
Storing in de
inlaatwatertemp. sensor
(Tw_in)
OORZAAK STORING
EN MAATREGELEN
1. Het bedradingscircuit is kortgesloten of open. Sluit de
bedrading correct aan.
2. Het waterdebiet is te laag.
3. Debietschakelaar water is defect, schakelaar is continu open
of dicht, vervang de debietschakelaar.
1. De kabel tussen de besturingseenheid en de unit is niet
aangesloten. Sluit de kabel aan.
2. De volgorde van de communicatiedraden klopt niet. Sluit de
draad aan in de juiste volgorde.
3. Er bestaat een hoog magnetisch veld of een sterke
vermogensinterferentie, van bijv. liften, grote
vermogenstransformatoren, enz.
Voeg een barrière toe om de unit te beschermen of verplaats de
unit.
1. Controleer de weerstand van de sensor
2. De T1 sensor-aansluiting zit los. Sluit het weer aan.
3. De T1 sensor-aansluiting is nat of er zit water in. Verwijder het
water, maak de connector droog. Voeg waterbestendige lijm toe.
4. Defect van T1-sensor, vervang met nieuwe sensor.
1. Controleer de weerstand van de sensor
2. De T5 sensor-aansluiting zit los. Sluit het weer aan.
3. De T5 sensor-aansluiting is nat of er zit water in. Verwijder het
water, maak de connector droog. Voeg waterbestendige lijm toe
4. Defect van T5-sensor, vervang met nieuwe sensor.
5. Als u water voor huishoudelijk gebruik verwarmen wilt afsluiten
wanneer de T5 sensor niet is aangesloten op het systeem, dan
wordt deze sensor niet worden gedetecteerd; raadpleeg dan
9.5.1. "SWW MODUS SETTING".
Controleer of alle afsluitkranen van het watercircuit volledig
open staan.
1. Controleer of de waterfilter gereinigd moet worden.
2. Zie 8.6. "Water vullen".
3. Controleer dat er geen lucht in het systeem zit (ontluchten).
4. Controleer op de manometer of er voldoende waterdruk is. De
waterdruk moet >1 bar zijn.
5. Controleer of de pompsnelheid op de hoogste snelheid is
ingesteld.
6. Controleer of het expansievat niet defect is.
7. Controleer of de weerstand in het watercircuit niet te hoog is
voor de pomp (zie 9.4. "De pomp instellen").
8. Als deze fout optreedt tijdens de ontdooifunctie (tijdens
ruimteverwarming of sanitair waterverwarming), controleer dan of
de stroomvoorziening van de backupverwarming correct is
aangesloten en of er geen zekeringen zijn doorgebrand.
9. Controleer of de pompzekering en de PCB-zekering niet
doorgebrand zijn.
1. Controleer de weerstand van de sensor
2. De Tw-sensoraansluiting zit los. Opnieuw aansluiten.
3. De Tw_in sensor-aansluiting is nat of er zit water in. Verwijder
het water, maak de connector droog. Voeg waterbestendige lijm
toe.
4. Defect van Tw-sensor, vervang met nieuwe sensor.
62