De vloerverwarmingslussen vereisen een lagere watertemperatuur in verwarmingsmodus in vergelijking met
radiatoren of ventilatorluchtkoelers. Om deze twee instelpunten te bereiken, wordt een mengstation gebruikt
om de watertemperatuur aan te passen aan de eisen van de vloerverwarmingslussen. De radiatoren zijn
rechtstreeks aangesloten op het watercircuit van de unit en de vloerverwarmingslussen bevinden zich na het
mengstation. Het mengstation wordt bestuurd door de eenheid.
1) Zorg ervoor dat de SV2/SV3-aansluitingen in de besturingseenheid correct zijn aangesloten (zie 8.8.6./2.).
2) Verzeker dat de thermostaatdraden op de juiste aansluitklemmen aangesloten zijn en dat de
KAMERTHERMOSTAAT in de besturingseenheid correct is ingesteld. De bedrading van de kamerthermostaat
moet volgens de methode A/B/C worden uitgevoerd, zoals beschreven in 8.8.6. "Aansluiting van andere
componenten/6. Voor kamerthermostaat".
1) Zone 2 kan alleen werken in verwarmingsmodus. Wanneer de koelmodus is ingesteld op het
gebruikersscherm en zone 1 UIT is, sluit "CL" in zone 2, het systeem staat nog steeds "UIT". Bij de installatie
moet de bedrading van de thermostaten voor zone 1 en zone 2 correct worden uitgevoerd.
2) Afvoerklep (9) moet worden geïnstalleerd op de laagste positie van het leidingsysteem.
Balanstank vereisten volume:
Nr.
Model binnenunit
1
60
2
100
3
160
LET OP
OPMERKING
Balanstank (L)
≥25
≥25
≥40
20