Kamerthermostaat type 2 (laagspanning):
CN21
CN5
CN28
CN32
CN29
CN25
CN42
CN40
DIS1
CN41
S3
S4
CN22
CN1
CN2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
CN11
Methode A
(modusinstelling)
CN21
CN5
CN28
CN32
CN29
CN25
CN42
CN40
DIS1
CN41
S3
S4
CN22
CN1
CN2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
13
14
15
16
17
18
19
20
21
CN11
Methode B
(bediening voor één zone)
CN8
CN6
S1
S2
CN4
SW9
CN17
25
26
27
28
11
12
1
2
3
4
23
24
29
30
31
32
6
7
8
9
CN7
CN30
HT
CL
COM
POWER IN
RT1
CN8
CN6
S1
S2
CN4
SW9
CN17
11
12
25
26
27
28
1
2
3
22
23
24
29
30
31
32
6
7
8
CN7
CN30
HT
COM
POWER IN
RT1
CN24
CN21
CN5
CN16
CN32
CN13
CN15
CN29
CN18
CN42
CN40
CN31
CN41
CN22
CN35
CN1
CN36
CN2
1
2
3
4
5
6
5
13
14
15
16
17
10
CN11
Methode C
(dubbele zone besturing)
Afhankelijk van de toepassing zijn er drie methoden om de
thermostaatkabel aan te sluiten (zoals beschreven in de
bovenstaande afbeelding).
CN24
Methode A
CN16
CN13
RT kan verwarming en koeling afzonderlijk regelen, zoals de
CN15
regelaar voor 4 leidingen FCU. Wanneer de binnenunit is
CN18
aangesloten met de externe temperatuurregelaar,
gebruikersscherm VOOR SERVICEMAN stel ROOM
THERMOSTAT in op MODE SET:
CN31
A.1. Wanneer de unit een spanning van 12VDC tussen CL en
COM detecteert werkt de unit in de koelmodus.
CN35
A.2. Wanneer een spanning van 12 VDC tussen HT en COM
wordt gemeten, werkt de unit in de verwarmingsmodus.
CN36
A.3. Wanneer een spanning van 0 VDC voor beide zijden (CL-
COM, HT-COM) wordt gemeten, werkt de unit niet meer in
koel- of verwarmingsmodus.
4
5
9
10
A.4. Wanneer de unit een spanning van 12 VDC detecteert
tussen beide zijden (CL-COM, HT-COM) werkt de unit in de
koelmodus.
Methode B
RT geeft het schakelsignaal aan de unit. Gebruikersscherm
VOOR SERVICEMAN stel de KAMERTHERMOSTAAT in
op ÉÉN ZONE:
B.1. Wanneer de unit een spanning van 12 VDC tussen HT
en COM meet, wordt de unit ingeschakeld.
B.2. Wanneer tussen HT en COM een spanning van 0 VDC
wordt gedetecteerd, wordt de unit uitgeschakeld.
Methode C
(dubbele zone besturing)
De binnenunit is verbonden met twee kamerthermostaten,
terwijl het gebruikersscherm VOOR SERVICEMAN de
KAMERTHERMOSTAAT instelt op DUBBELE ZONE:
C.1. Wanneer de unit een spanning van 12 VDC tussen HT
en COM detecteert wordt zone 1 ingeschakeld. Wanneer een
spanning tussen HT en COM van 0 VDC is wordt
gedetecteerd, wordt zone1 uitgeschakeld.
39
CN28
CN25
S1
S2
DIS1
S3
S4
CN4
SW9
7
8
9
10
11
12
25
26
27
28
29
30
18
19
20
21
22
23
24
31
32
CN7
COM
HT
POWER IN
RT1
RT2
Zone 1
Zone 2
(modusinstelling)
(bediening voor één zone)
CN24
CN8
CN6
CN16
CN13
CN15
CN18
CN31
CN35
CN36
CN17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
CN30
CL
POWER IN