KERN DS Versie 1.0 2022-08 Gebruiksaanwijzing Platformweegschaal Inhoudsopgave Technische gegevens ..................4 Conformiteitverklaring ..................9 Overzicht van de apparatuur ................10 Elementen ....................10 Bedienelementen..................11 3.2.1 Toetsenbordoverzicht ..................11 3.2.2 De waarde numeriek invoeren .................12 3.2.3 Overzicht van de aanduidingen ...............12 Basisopmerkingen (algemene informatie) ............
Pagina 3
7.8.1 Extern justeren <CalExt> ................19 7.8.2 Extern justeren met gebruik van een door de gebruiker gedefinieerd justeergewicht <caleud> ..................20 7.8.3 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt <graadj> ....22 7.8.4 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats <grause> ....23 Basismodus ....................... 24 Aan-/uitzetten ....................
Pagina 4
13.2 Menu van de toepassing ................50 13.3 Configuratiemenu ..................51 13.3.1 Overzicht configuratiemenu <setup> ............51 Communicatie met randapparatuur via KUP aansluiting ........ 55 14.1 KERN Communications Protocol (interfaceprotocol van KERN) ....56 14.2 Functies voor gegevenscommunicatie ............. 57 14.2.1 Optelmodus<sum>...
1 Technische gegevens KERN DS 3K0.01S DS 5K0.05S DS 8K0.05 Artikelnummer / type TDS 3K0.01S-A TDS 5K0.05S-A TDS 8K0.05-A Afleesbaarheid (d) 0,01 g 0,05 g 0,05 g Weegbereik (Max.) 3 kg 5 kg 8 kg Reproduceerbaarheid 0,02 g 0,05 g 0,05 g Liniariteit ±0,05 g...
Pagina 6
KERN DS 10K0.1S DS 16K0.1 DS 20K0.1 Artikelnummer / type TDS 10K0.1S-A TDS 16K0.1-A TDS 20K0.1-A Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,1 g 0,1 g Weegbereik (Max.) 10 kg 16 kg 20 kg Reproduceerbaarheid 0,1 g 0,1 g 0,1 g Liniariteit ±0,3 g ±0,3 g ±0,3 g...
Pagina 7
DS 36K0.2 DS 36K0.2L KERN DS 30K0.1 DS 30K0.1L Artikelnummer / type TDS 30K0.1-A TDS 30K0.1L-A TDS 36K0.2-A TDS 36K0.2L-A Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,1 g 0,2 g 0,2 g Weegbereik (Max.) 30 kg 30 kg 36 kg 36 kg Reproduceerbaarheid 0,2 g 0,2 g...
Pagina 8
DS 100K0.5 KERN DS 60K0.2 DS 65K0.5 Artikelnummer / type TDS 60K0.2-A TDS 65K0.5-A TDS 100K0.5-A Afleesbaarheid (d) 0,2 g 0,2 g 0,5 g Weegbereik (Max.) 60 kg 60 kg 100 kg Reproduceerbaarheid 0,4 g 0,5 g 0,5 g Liniariteit ±1 g ±1,5 g ±1,5 g...
Pagina 9
DS 150K1 KERN Artikelnummer / type TDS 150K1-A Afleesbaarheid (d) Weegbereik (Max.) 150 kg Reproduceerbaarheid Liniariteit ±3 g Minimaal gewicht van een element bij bepaling van het aantal stuks in laboratoriumomstandighe den* Minimaal gewicht van een element bij bepaling van het aantal stuks in 10 g laboratoriumomstandighe...
* Minimaal gewicht van afzonderlijk element bij bepaling van het aantal stuks in laboratoriumomstandigheden: ➢ Er zijn ideale omgevingscondities voor het bepalen van het aantal stuks met hoge resolutie ➢ Geen gewichtsverdeling van getelde delen ** Minimaal gewicht van een element bij bepaling van het aantal stuks in normale omstandigheden: ➢...
3 Overzicht van de apparatuur 3.1 Elementen Pos. Naam Pos. Naam Weegschaalplateau Toetsenbord Aansluiting voedingseenheid Batterijvak KUP aansluiting (KERN Universal Port) Libel (waterpas) (lokalisatie afhankelijk van het model) Display Schroefvoeten TDS-BA-nl-2210...
3.2 Bedienelementen 3.2.1 Toetsenbordoverzicht Toets Naam Functie in bedrijfsmodus Functie in het menu ➢ Aan-/uitzetten ➢ Navigatietoets ➢ Verlichte achtergrond ➢ Terug naar het vorige ON/OFF toets aan-/uitzetten menuniveau ➢ Het menu verlaten / terug naar de weegmodus ➢ Navigatietoets ➢...
3.2.2 De waarde numeriek invoeren Toets Naam Functie Cijferkeuze De ingevoerde gegevens bevestigen. Meerdere ➔ Navigatietoets malen op de toets voor elke positie drukken. Wachten tot het invoervenster met numerieke waarden verschijnt. De waarde van het knipperende cijfer Navigatietoets verminderen (0–9) De waarde van het knipperende cijfer vergroten ...
Basisopmerkingen (algemene informatie) 4.1 Beoogd gebruik wordt gebruikt om het gewicht (de weegwaarde) van het te wegen materiaal te bepalen. Ze dient als een "niet automatische weegschaal” te worden beschouwd, d.w.z. dat het gewogen materiaal voorzichtig handmatig in het midden van het weegschaalplateau dient te worden geplaatst.
4.4 Toezicht over de controlemiddelen kader kwaliteitssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen weegschaal eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. De verantwoordelijke gebruiker moet hiervoor een geschikt interval als ook het type en de omvang van deze controle vaststellen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.kern-sohn.com).
7 Uitpakken, installeren en in werking stellen 7.1 Plaats van installatie en gebruikslocatie De weegschalen zijn ontworpen om betrouwbare weegresultaten onder normale gebruiksomstandigheden te garanderen. De keuze van de juiste locatie voor de weegschaal verzekert een nauwkeurige en snelle werking. Daarom dient men bij keuze van een plaats van installatie volgende regels in acht te nemen: •...
7.2 Uitpakken en controle Het apparaat en de onderdelen uit de verpakking afnemen, het verpakkingsmateriaal verwijderen en op de daarvoor voorziene werkplaats plaatsen. Controleren of alle elementen die meegeleverd dienen te worden toegankelijk en niet beschadigd zijn Leveringsomvang / serietoebehoren: •...
7.5 Bedrijf met de accuvoeding (optioneel) De accu en de lader zijn compatibel. Enkel de met de LET OP weegschaal geleverde netadapter gebruiken. De weegschaal niet tijdens het opladen gebruiken. Vervang de accu enkel door een accu van hetzelfde type of van het door de fabrikant aanbevolen type.
7.6 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Uitsluitend accessoires en randapparatuur van de firma KERN met de weegschaal gebruiken, optimaal aan de weegschaal aangepast. 7.7 Eerste inbedrijfstelling Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dient de weegschaal een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie...
7.8.1 Extern justeren <CalExt> Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt <Cal> wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding <CalExt> verschijnt. Druk de toets ➔, wordt het eerste instelbare justeergewicht weergegeven.
Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔te drukken, er worden <wait> en <reMvld>. weergegeven. Nadat <reMvld> het justeergewicht verwijderen. Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug naar de weegmodus gezet. Bij fout van het justeren (bv. wanneer zich op de weegschaal voorwerpen bevinden) verschijnt op de afleeseenheid een foutmelding <wrong>.
Pagina 22
De keuze met de toets ➔ bevestigen. De volgende aanduidingen<Zero> en <Pt ld> worden weergegeven en vervolgens verschijnt de waarde van het justeersgewicht dat op de weegschaal moet worden geplaatst. Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔te drukken, er worden <wait>...
7.8.3 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt <graadj> Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt <Cal> wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding <CalExt> verschijnt. ...
7.8.4 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats <grause> Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt <Cal> wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding <CalExt> verschijnt. ...
8 Basismodus 8.1 Aan-/uitzetten Aanzetten: De toets ON/OFF drukken. Nadat de display wordt aangezet, wordt de autotest van de weegschaal doorgevoerd. Afwachten tot de gewichtsaanduiding verschijnt. De weegschaal is paraat met de laatste actieve toepassing. Uitzetten : De toets ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot de display verdwijnt.
8.3 Op nul zetten Om de optimale weegresultaten te verkrijgen dient de weegschaal voor de weging op nul te worden gezet. Enkel in het bereik ±2% Max is het mogelijk om op nul te zetten. Bij de waarden groter dan ±2% Max verschijnt de foutmelding <zlimit>. ...
8.5 Omschakelen van de weegeenheid Met de toets kan tussen de actieve eenheid 1 en eenheid 2 worden omgeschakeld. (Eenheid activeren, zie 10.3.1.) Bij het inschakelen van de weegschaal wordt de eenheid weergegeven waarmee de weegschaal was uitgeschakeld. TDS-BA-nl-2210...
8.6 Ondervloerweging (optioneel, afhankelijk van het model) Met ondervloerweging is het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de weegschaal kunnen worden geplaatst. Men dient als volgt te handelen: Zet de weegschaal uit. ...
9 Bedieningsconcept De weegschaal wordt af fabriek geleverd met verschillende toepassingen (normaal wegen, controlewegen, optellen). Bij de eerste inschakeling staat de weegschaal in de toepassing <Wegen>. Na inschakeling van de weegschaal kan echter de verdere werking ervan worden bepaald door de juiste toepassing in het toepassing- menu te kiezen (zie hoofdstuk 13.2).
Pagina 30
Afhankelijk van de geselecteerde toepassing worden alleen de toepassing specifieke instellingen in het toepassingsmenu weergegeven, het maakt mogelijk het doel snel en direct te bereiken. • Informatie over de toepassing specifieke instellingen is te vinden in de beschrijving van de desbetreffende toepassing. •...
10 Toepassing <Wegen> De uitvoering van gewoon wegen en tarreren omschreven in hoofdstuk 8.2 of Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden.. Meer specifieke instellingsmogelijkheden zijn in de onderstaande hoofdstukken beschreven. Indien de toepassing <Wegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode ...
10.2 Omschrijving van de afzonderlijke functies 10.2.1 Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen PtareactuAl < > Plaats de weegcontainer. De menuinstelling <Ptare> opvragen en met de toets ➔ bevestigen. Om de massa van geplaatst gewicht als de PRE-TARE over te nemen met de navigatietoetsen ...
PtaremanuAl 10.2.2 Bekend tarragewicht numeriek invoeren < > De menuinstelling <Ptare> opvragen en met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling <manuAl> kiezen en met de toets ➔ bevestigen. De bekende tarra invoeren, het invoeren van numerieke waarden zie hoofdstuk3.2.2, de actieve positie blinkt.
10.2.4 Percentagewaarde bepalen Met de toepassing <Percentagewaarde> kan het gewicht van een monster in procenten ten opzichte van een referentiegewicht worden gecontroleerd. Het menu instelling <unit> kiezen. Het referentiegewicht plaatsen dat met 100% overeenkomt. Met de toets ➔ bevestigen. ...
10.2.5 Wegen met vermenigvuldigingsfactor Hier wordt de factor bepaald waarmee het weegresultaat (in grammen) moet worden vermenigvuldigd. Hiermee kan bij de bepaling van de massa tegelijkertijd rekening worden gehouden met bijvoorbeeld een bekende foutfactor. De menuinstelling <unit> kiezen en met de toets ➔bevestigen.
10.2.6 “Mol” weegmodus Deze functie berekent de hoeveelheid van een stof (in mol) op basis van de molaire massa en het gewicht van de stof. De menuinstelling <unit> kiezen en met de toets ➔bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling <mol> kiezen en met de toets ➔...
10.3 Snelwisseltoets Aan de snelwisseltoets kan een eenheid worden toegewezen waarop snel en gemakkelijk van een ander actieve eenheid kan worden omgeschakeld. 10.3.1 Weegeenheden Eenheid activeren: Op de toets drukken en afwachten tot de aanduiding knippert. De gewenste instelling met kiezen en met ➔...
10.3.2 Toepassingseenheden Bij de keuze van de toepassingseenheid (%, Pcs, mol, FFA) kunnen de gewenste instellingen direct na het opvragen met de toets worden gekozen. Instellingsvoorbeeld "Wegen in procenten": Op de toets drukken en afwachten tot de aanduiding knippert. ...
11 Toepassing <Tellen> Indien de toepassing <Tellen> nog niet actief is, kies dan de menuinstelling <mode count>, zie hoofdstuk 9. 11.1 Toepassing specifieke instellingen Menu opvragen: De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden tot de aanduiding <apcmen>...
11.2 Toepassing gebruiken 11.2.1 Aantal stuks tellen Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te bepalen, dient het afzonderlijke stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde referentiewaarde te worden bepaald. Daartoe moet een bepaald aantal van de te tellen onderdelen op de weegschaal worden gelegd.
Pagina 41
Aantal van de door de gebruiker gedefinieerde referentiestuks: Indien nodig een weegcontainer plaatsen en de weegschaal tarreren. Aantal gewenste referentiestuks opleggen. De menuinstelling <ref> opvragen en met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling <<free> kiezen en met de toets ➔...
11.2.2 Controletellen Met de weegschaal kunnen goederen worden gewogen tot een bepaald aantal stuks binnen bepaalde toleranties. Met deze functie is het ook mogelijk te controleren of de te wegen onderdelen zich binnen een bepaald tolerantiebereik bevinden. Het bereiken van de streefwaarde wordt aangegeven door een akoestisch (indien geactiveerd in het menu) en optisch signaal (tolerantietekens Optisch signaal: De afgelezen tolerantietekens leveren de volgende informatie:...
Pagina 43
Uitvoering: 1. Doelaantal stuks en tolerantie definiëren Zorg ervoor dat de weegschaal in de modus van het bepalen van het aantal stuks en het gemiddelde gewicht van een enkel stuk is gedefinieerd (zie hoofdstuk 11.2). Zo nodig met de toets omschakelen.
Pagina 44
Met de navigatietoetsen de instelling <errlow> kiezen. Met de toets ➔ bevestigen, het wordt een venster voor numerieke invoer weergegeven. De actieve positie knippert. Voer de onderste tolerantie in (invoeren van numerieke waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestigen. ...
12 De toepassing <Controlewegen> 12.1 Toepassing specifieke instellingen Indien de toepassing <Controlewegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode check> kiezen, zie hoofdstuk 9. Menu opvragen: De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden tot de aanduiding <apcmen>...
12.2 Toepassing gebruiken 12.2.1 Doelwegen Met toepassing <Doelwegen> is het mogelijk om materiaal te wegen naar het doelaantal stuks binnen een bereik van vastgestelde toleranties. Wanneer de doelmassa wordt bereikt, luidt een akoestisch signaal (voor zover in het menu geactiveerd) en een visueel signaal (tolerantieteken). Optisch signaal: De afgelezen tolerantietekens leveren de volgende informatie: Bovengrens...
Pagina 47
Uitvoering: 1. Doelgewicht en tolerantie definiëren Met de navigatietoetsen de instelling <target> kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Er wordt de aanduiding <value> weergegeven. Met de toets ➔ bevestigen, het wordt een venster voor numerieke invoer weergegeven. De actieve positie knippert.
Pagina 48
Met de navigatietoetsen de instelling <errlow> kiezen. Met de toets ➔ bevestigen, het wordt een venster voor numerieke invoer weergegeven. De actieve positie knippert. Voer de onderste grens van de massaafwijking in (invoeren van numerieke waarden zie hoofdstuk 3.2.2) en bevestig. ...
12.2.2 Controlewegen Met de toepassing <Controlewegen> is het mogelijk om te controleren of het gewogen materiaal zich binnen het bepaalde tolerantiebereik bevindt. Het overschrijden of onderschrijden van de grenswaarden wordt aangegeven door een visueel (tolerantietekens) en akoestisch signaal (indien geactiveerd in het menu).
Pagina 50
De instelling met de navigatietoetsen kiezen, de instelling <limlow> kiezen. Met de toets ➔ bevestigen, het verschijnt het venster voor het invoeren van de numerieke waarde voor het invoeren van de onderste grenswaarde. De actieve positie knippert. ...
13 Menu 13.1 Navigatie in het menu Menu opvragen: Toepassingsmenu Configuratiemenu De toets TARE drukken en ingedrukt Tegelijk op TARE en ON/OFF drukken houden tot het eerste menupunt en ingedrukt houden tot het eerste verschijnt. menupunt verschijnt. Parameters selecteren en instellen: Op één niveau scrollen Gebruik de navigatietoetsen om bepaalde menublokken achter elkaar te selecteren.
13.3 Configuratiemenu In het configuratiemenu is het mogelijk de weegschaalinstellingen / het bedrijf van de weegschaal aan eigen vereisten (bv. omgevingsomstandigheden, speciale weegprocessen) aan te passen. Deze instellingen zijn globaal en onafhankelijk van de geselecteerde toepassing. 13.3.1 Overzicht configuratiemenu <setup> Niveau 3 Niveau 4 / beschrijving Niveau 1...
Pagina 53
Print intfce Rs232 Interface RS232 Gegeven Interface USB USB-d soverdrac * enkel met KUP aansluiting Optelmodus inschakelen/uitschakelen, zie hoofdstuk 14.2.1 On, off PrModE trig manual Gegevensoverdracht nadat de knop PRINT wordt gedrukt. zie hoofdstuk14.2.2 auto On, off Automatische gegevensuitvoer met stabiele en positieve gewichtswaarde, zie hoofdstuk14.2.3 Opnieuw uitvoeren alleen na nulaanduiding...
Pagina 54
BEEPER KEYS Aan-/uitzetten akoestisch signaal nadat de toets is ingedrukt Geluidsign check Akoestisch signaal uit Slow Langzaam Ch-ok Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-low Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-high Standaard Fast Snel...
Pagina 55
Buttons Niet gedocumenteerd Functietoets toewijzen Blight mode Verlichte achtergrond van de display always vast aan Verlichte achtergrond Automatische uitschakeling van de achtergrondverlichting na de in het timer menu ingestelde tijd <Time> zonder wijziging van de belasting of bij het niet bedienen van het apparaat Verlichte achtergrond van de display No bl permanent uit...
14 Communicatie met randapparatuur via KUP aansluiting Door de interfaces is het mogelijk om de weegresultaten met de aangesloten randapparatuur te delen. De overdracht kan geschieden naar een printer, computer of controleaanduidingen. Omgekeerd kunnen hiermee besturingsopdrachten worden gegeven en de gegevens via aangesloten apparaten worden ingevoerd.
14.1 KERN Communications Protocol (interfaceprotocol van KERN) Via het KCP-systeem kunnen vele parameters en apparaat functies worden opgeroepen en gecontroleerd. KERN-eenheden met KCP kunnen gemakkelijk worden aangesloten op computers, industriële besturingen en andere digitale systemen. Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in de handleiding "KERN Communications Protocol", beschikbaar in het downloadgedeelte op onze KERN- website (www.kern-sohn.com).
14.2 Functies voor gegevenscommunicatie 14.2.1 Optelmodus<sum> Met deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het optelgeheugen met de toets toe te voegen en deze na het aansluiten van de optionele printer te drukken. Functie activeren: In het configuratiemenu de instelling <Print sum> opvragen en met ➔ ...
Pagina 59
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Menuinstelling prmode Weight GNTPRT on en format short Eerste weging Tweede weging Derde weging Aantal wegingen/ totaal Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Menuinstelling prmode Weight SGLPRT on Eerste weging Tweede weging Derde weging Vierde weging Aantal wegingen/ totaal TDS-BA-nl-2210...
14.2.2 Gegevensoverdracht nadat PRINT <manual> wordt ingedrukt Functie activeren: Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling <Print PrMode trig> en bevestig met de toets ➔. Voor handmatige gegevensuitvoer met de navigatietoetsen de menu-instelling <manual> selecteren en met de toets ➔ bevestigen. ...
14.2.3 Automatische gegevensoverdracht <auto> De gegevensoverdracht vindt automatisch plaats zonder op de PRINT toets te drukken, mits aan de relevante overdrachtsvoorwaarden is voldaan, afhankelijk van de instelling in het menu. Activeren van de functie en instellen van de overdrachtsvoorwaarde: Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling <Print PrMode ...
Het te wegen materiaal opleggen. De weegwaarden zijn volgens de vastgestelde cyclus verzonden. Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): 14.3 Gegevensformaat Selecteer in het configuratiemenu de menuinstelling <Print PrMode weight GNTPRt> en bevestig met de toets ➔. Met de navigatietoetsen ...
15 Onderhoud, werkprestatie, verwijderen Ontkoppel het apparaat van de bedrijfsspanning voordat met onderhoud, reiniging of reparatiewerkzaamheden wordt gestart. 15.1 Reinigen Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. De vloeistof mag het toestel niet binnendringen.
16 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaverloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens moet het weegproces opnieuw worden gestart. Storing Mogelijke oorzaak • De weegschaal is niet ingeschakeld. Gewichtsaanduiding licht niet op. •...