Style Creator
LET OP
De bewerkte stijl gaat
verloren als u van stijl
verandert of als u het
instrument uitzet zonder de
opslaghandeling uit te
voeren.
Uw stijl afluisteren met een
bepaald akkoord
Gewoonlijk kunt u in de Style
Creator uw originele stijl-in-
bewerking horen met het
bronpatroon. Er is echter een
manier om de stijl af te laten
spelen met een bepaald akkoord
en een bepaalde grondtoon.
Hiertoe stelt u NTR in op 'Root
Fixed (grondtoon vast)', NTT op
'Bypass', en NTT BASS op 'OFF'
waarna u de nieuwe getoonde
parameters 'Play Root' en 'Play
Chord' verandert in de gewenste
instellingen.
124
CVP-405/403/401 Gebruikershandleiding
2
Selecteer het te bewerken kanaal met de knoppen [1 π
(CHANNEL).
Het geselecteerde kanaal wordt links bovenaan in de display weergegeven.
3
Bewerk de gegevens met de knoppen [3 π
Zie hierna voor details over bewerkbare parameters.
4
Druk op de knop [I] (SAVE) om de display voor stijlselectie op te
roepen voor het opslaan van de gegevens.
Sla de gegevens op in de display voor stijlselectie (pagina 70).
■ SOURCE ROOT/CHORD
Deze instellingen bepalen de originele toonsoort van het bronpatroon (dat wil
zeggen, de toonsoort die gebruikt wordt voor het opnemen van het patroon). De
standaardinstelling, CM7, (met een brongrondtoon 'C' en een bronakkoordsoort
'M7'), wordt automatisch geselecteerd als de vooraf ingestelde gegevens wordt
gewist voordat een nieuwe stijl wordt opgenomen, ongeacht de brongrondtoon en
het bronakkoord in de vooraf ingestelde gegevens. Als u de/het brongrondtoon/-
akkoord wijzigt van de standaardinstelling CM7 in een ander akkoord, veranderen
ook de akkoordnoten en aanbevolen noten, afhankelijk van de nieuwe
geselecteerde akkoordsoort.
Als de brongrondtoon C is:
CM
CM
CM
6
C R C
C R
C R C
C
C
R
C R C
Cm
Caug
Cm
R C R
C
C R
C R C
C R
R
C
(11)
Cm
CmM
7
CmM
7
C
C
C
C R
C
C
C R
R
C
C
C C
b5
( #11 )
C
C
(9)
C
7
7
7
C
C
C
C R C
C C C
C
C R C
C
CM aug
C aug
1+8
7
7
C
R C C
C R C
R
R
C
C R C
C
C = Akkoordnoten
C, R = Aanbevolen noten
■ NTR (Noottransponeringsregel)
Hiermee wordt de relatieve positie van de grondtoon in het akkoord bepaald,
wanneer conversie van het bronpatroon plaatsvindt ten gevolge van
akkoordwisselingen.
Als de grondtoonnoot wordt
ROOT TRANS
getransponeerd, blijft het
(Grondtoon
toonhoogteverband tussen noten
transponeren)
gehandhaafd. De noten c3, e3 en g3 in
de toonsoort C worden bijvoorbeeld f3,
a3 en c4 als ze naar F worden
getransponeerd. Gebruik deze instelling
voor kanalen met melodielijnen.
ROOT FIXED
De noot wordt zo dicht mogelijk bij het
voorgaande nootbereik gehouden. De
noten c3, e3 en g3 in de toonsoort C
worden bijvoorbeeld c3, f3 en a3 als ze
naar F worden getransponeerd. Gebruik
deze instelling voor kanalen met
akkoordgedeelten.
π †
π
π
CM
(#11)
CM
add9
7
7
C
C
R
C
C R C
C
R
C
C C C
b5
Cm
Cm
7
7
6
C
C
C
R
C
R
C C
C
R
C
C
R
(9)
Cdim
Cdim
7
7
C
C
C R
C
C R
R
R C
C
C
R
C
(13)
(b9)
C
7
7
C
C
C
C
C R
C R C
C C
C
C
C
Csus
1+5
4
C
C
C R
C
† ]/[2 π
† ]
π
π
π †
†
†
π †
π
π
†
†
† ]–[8 π
† ].
†
π
π †
†
†
π
†
(9)
CM
C
(9)
7
6
C R
C C C
C
R
C
C C C
C
C
(9)
(9)
Cm
Cm
7
C
R
C
C
C
C
C C
R C
C C
R C
C sus
C
7
4
7
C R
C
C
C
R
C
C
C
C
C
C
( b13 )
(#9)
C
C
7
7
C
R
C C
C
R
C
C
C
C
R
C
C
C
C
C
1+2+5
C
C C R
C R
Bij het spelen
Bij het spelen van
van een C
een F majeur-
majeur-akkoord.
akkoord.
Bij het spelen van
Bij het spelen van
een C majeur-
een F majeur-
akkoord.
akkoord.
R