Linkerkant van achterpaneel
1
Aansluiting [USB TO HOST]
Wordt gebruikt om een instrument via een USB-kabel aan te
sluiten op een computer, zodat u MIDI- en audiogegevens
kunt verzenden tussen de apparaten. In tegenstelling tot MIDI
kunnen met USB meerdere poorten worden aangestuurd via
één kabel (pagina 56). Voor meer informatie over hoe de
MODX poorten aanstuurt, raadpleegt u pagina 56.
OPMERKING
De capaciteit voor het verzenden van audiogegevens voor dit
instrument is maximaal 10 kanalen (5 stereokanalen). De capaciteit
voor het ontvangen van audiogegevens is maximaal 4 kanalen
(2 stereokanalen).
Aansluiting [USB TO DEVICE]
2
Wordt gebruikt om dit instrument aan een USB-flashstation
aan te sluiten. Hiermee kunt u op dit instrument gemaakte
data op een USB-flashstation opslaan en data van een
USB-flashstation naar het instrument laden. Er kunnen
opslag-/laadhandelingen worden uitgevoerd: [UTILITY]
[Contents] [Store/Save] of [Load].
OPMERKING
• Dit instrument herkent alleen USB-flashstations. Geen andere
USB-opslagapparaten (zoals een vaste schijf, cd-romstation en
USB-hub) kunnen worden gebruikt.
• Dit instrument ondersteunt de USB-standaard 1.1 t/m 3.0. Houd er
echter rekening mee dat de overdrachtssnelheid varieert afhankelijk
van het gegevenstype en de toestand van dit instrument.
Rechterkant van achterpaneel
Aansluitingen MIDI [IN], [OUT]
3
Via MIDI [IN] worden alle besturings- of
performancegegevens van een ander MIDI-apparaat
ontvangen, zoals een externe sequencer. Hierdoor kunt u dit
instrument bedienen van een afzonderlijk MIDI-apparaat dat
u op het instrument hebt aangesloten.
Via MIDI [OUT] worden alle besturings-, performance- en
afspeelgegevens van dit instrument verzonden naar een
ander MIDI-apparaat, zoals een externe sequencer. MIDI
[OUT] kan ook als MIDI Thru worden gebruikt. Als u de
instellingen wilt wijzigen, drukt u op de knop [UTILITY] om
de display Utility te openen.
Aansluitingen FOOT SWITCH [ASSIGNABLE]/
4
[SUSTAIN]
Voor het aansluiten van een apart verkrijgbare
voetschakelaar FC3-/FC4-/FC5 op de aansluiting [SUSTAIN]
en een optionele voetschakelaar FC4-/FC5 op de aansluiting
[ASSIGNABLE]. Als de voetschakelaar met de aansluiting
[SUSTAIN] is verbonden, wordt de sustain geregeld via de
schakelaar. Als de voetschakelaar met [ASSIGNABLE] is
verbonden, kan met de schakelaar een van de diverse toe te
wijzen functies worden geregeld.
OPMERKING
• In deze gebruikershandleiding wordt met de term FC3 verwezen
naar de FC3 en andere voetschakelaars die compatibel zijn met
de FC3, zoals de FC3A.
• In deze gebruikershandleiding wordt met de term FC4 verwezen
naar de FC4 en andere voetschakelaars die compatibel zijn met
de
FC4,
zoals de FC4A.
Aansluitingen FOOT CONTROLLER [1]/[2]
5
Voor het aansluiten van een apart verkrijgbare voetregelaar
(FC7, enzovoort). Met deze aansluiting kunt u continu een van
de diverse toe te wijzen functies voor het bewerken van
partijen regelen, zoals volume, toon, toonhoogte en andere
aspecten van het geluid (zie het PDF-document Naslaggids).
Aansluitingen OUTPUT [L/MONO] en [R]
6
Via deze standaard steekplugaansluitingen worden de
lijnniveau-audiosignalen uitgevoerd. Voor monofone uitvoer
gebruikt u alleen de aansluiting [L/MONO].
Aansluiting [PHONES] (hoofdtelefoon)
7
Met deze standaard stereohoofdtelefoonaansluiting kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten. Deze aansluiting
zorgt voor het digitaal verzenden van stereoaudiosignalen
identiek met die van de aansluitingen OUTPUT [L/MONO]
en [R].
Aansluitingen A/D INPUT [L/MONO]/[R]
8
Via deze steekplugaansluitingen (1/4-inch monosteekplug)
kunnen externe audiosignalen worden ingevoerd. U kunt
diverse apparatuur, zoals een microfoon, cd-speler of
synthesizer verbinden met deze aansluitingen en de
bijbehorende audio-invoersignalen laten klinken als de
audiopartij.
Daarnaast kunt u de speciale Vocoder-functie gebruiken
door een microfoon op deze aansluiting [L/MONO] aan te
sluiten en uw voice naar de microfoon in te voeren.
U kunt ook de functies Envelope Follower en ABS (Audio
Beat Sync) gebruiken. Envelope Follower is een functie voor
het detecteren van de volume-envelop van de golfvorm van
het ingangssignaal en het dynamisch aanpassen van
geluiden.
OPMERKING
• Een gitaar of bas met active pick-ups kan rechtstreeks worden
aangesloten. Als u passieve pick-ups gebruikt, moet u het
instrument echter aansluiten via een effectapparaat.
• De Vocoder/Envelope Follower kan vanuit alle partij-uitgangen
worden aangestuurd en niet alleen vanuit de aansluitingen A/D
INPUT [L/MONO]/[R].
ABS (Audio Beat Sync) is een functie voor het verwijderen
van de tel van de audiosignaalingang van deze
aansluitingen en het synchroniseren van de tel met de
Motion Sequencer of het arpeggio.
Gebruik 1/4 inch monotelefoonaansluitingen. Voor
stereosignalen (zoals van audioapparatuur) gebruikt u de
aansluitingen [L/MONO]/[R]. Voor monosignalen (zoals
van een microfoon of gitaar) gebruikt u alleen de aansluiting
[L/MONO].
Raadpleeg het PDF-document Naslaggids voor meer
informatie over de functies Envelope Follower en ABS.
Schakelaar [P] (Standby/On)
9
Druk hierop om het instrument aan (On) of op stand-by
(Standby) te zetten.
)
[DC IN]
Sluit de netadapter aan dat bij dit instrument wordt geleverd.
Regelaars en functies
17
MODX Gebruikershandleiding