VOORBEREIDINGEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
3
Het bedieningspaneel in de juiste stand
zetten.
Draai de duimschroef los, zet het
bedieningspaneel in een dusdanige stand dat
het eenvoudig is af te lezen en draai de
duimschroef aan.
1 Duimschroef
4
De hoek van het bedieningspaneel afstellen.
Draai de twee duimschroeven los, zet het
bedieningspaneel in een dusdanige hoek dat
het eenvoudig af te lezen is en draai de
duimschroeven aan.
(zijaanzicht)
1 Duimschroeven
Opmerking
Draai vijf duimschroeven los en
vervolgens weer stevig aan met de
meegeleverde schijfvormige
schroevendraaier.
30
Zet de draadgeleider omhoog.
1
(bovenaanzicht)
De draadgeleider
voorbereiden
VOORZICHTIG
Wanneer u de draadgeleider installeert,
let op dat daarbij de naaldstang 6
positie is geselecteerd. Anders kan er
storing optreden. (Zie "Geselecteerde
naaldstang verplaatsen en inrijgen" op
pagina 62 voor het verplaatsen van de
naaldstang.)
Draai de twee duimschroeven boven op de
draadgeleidersteun los.
1 Draai de schroef drie of vier keer tegen de klok
in om deze los te draaien.