APPENDIX
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De borduurraamhouder
bevestigen
Als u het petraam niet meer nodig hebt, verwijdert
u de naaldafstandsplaat en de petraamdrijfas en
plaatst u vervolgens de borduurraamhouder terug.
1
Verwijder de naaldafstandsplaat.
1 Naaldafstandsplaat
2
Draai de twee onderste duimschroeven los.
1 Duimschroeven
3
Verwijder de twee bovenste duimschroeven
1 Duimschroeven
274
4
Verwijder de petraamdrijfas.
Opmerking
Zorg dat de petraamdrijfas geen
nabijgelegen onderdelen raakt, zoals de
persvoet.
5
Als het gat in de binnenrandhouder is
uitgelijnd met de middelste lijn van de
geleiderplaat, plaatst u de twee
duimschroeven die u in stap
verwijderd in de gaten aan de bovenzijde.
Draai vervolgens de duimschroeven aan.
1 Gat in binnenrandhouder
2 Middelste lijn van geleiderplaat
3 Gaten in bovenzijde
• Plaats de duimschroeven in de gaten waar
de petraamdrijfas oorspronkelijk was
gemonteerd (de gaten waaruit de
duimschroeven zijn verwijderd in stap
op pagina 261).
Het beweegbare deel van de
petraamdrijfas is vastgezet.
3
hebt
2