— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
3 Geeft pauzelocaties op. (Zie "Pauzelocaties
opgeven vóór het borduren" op pagina 140.)
4 Selecteert de volgende kleur in het scherm met
de draadkleurvolgorde.
5 Selecteert de vorige kleur in het scherm met de
draadkleurvolgorde.
6 Kleurenpalet
Selecteer een kleur uit dit palet.
7 Gebruik deze toetsen om een kleur uit het
kleurenpalet te selecteren.
8 Druk op deze toets om terug te keren naar de
oorspronkelijke kleur.
2
Druk op
worden gewijzigd boven in het scherm met
de draadkleurvolgorde wordt weergegeven.
1
1 De kleur draad voor het deel van het patroon
dat bovenin wordt weergegeven, wordt
gewijzigd.
3
Druk op
nieuwe kleur te selecteren uit het
kleurenpalet.
2
1 De kleur die vergroot wordt weergegeven, is de
kleur die is geselecteerd.
2 Geeft de naam weer van de kleur draad die is
geselecteerd
In het patroonweergavevlak wordt de
kleur van het geselecteerde deel van het
patroon gewijzigd.
en
tot de kleur die moet
,
,
en
om de
Het borduurpatroon bewerken (Patroonbewerkingsscherm) 191
4
Druk op
De kleurwijziging wordt bevestigd.
Het patroonbewerkingsscherm wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
Druk op
geven. (Zie "Pauzelocaties opgeven vóór
het borduren" op pagina 140 voor meer
informatie.)
U kunt het kleurenpalet wijzigen in een
eigen palet dat de kleuren draad aangeeft
die u tot uw beschikking hebt. (Zie "Een
eigen palet maken" op pagina 200.)
1
.
om pauzelocaties op te
5