HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE
11. Functiecontrole – Wanneer de inspectieronde is voltooid,
moet een functiecontrole van alle systemen worden uitge-
voerd op een plaats waar zich geen obstakels op of boven
de grond bevinden. Zie Hoofdstuk 4 voor specifieke bedie-
ningsinstructies.
3124868
ALS DE MACHINE NIET GOED WERKT, MOET DEZE ONMIDDELLIJK WORDEN UITGEZET!
MELD HET PROBLEEM AAN HET BETREFFENDE ONDERHOUDSPERSONEEL. BEDIEN DE
MACHINE PAS WANNEER HIJ HIERVOOR VEILIG IS VERKLAARD.
– JLG Hoogwerker –
WAARSCHUWING
2-7