Zwaailamp (Optie) – De zwaailamp is een waarschuwingssignaal voor de omgeving van
de lift dat signaleerd dat de lift in bedrijf is. Bediening van de zwaailamp geschied met een
tuimelschakelaar voorzien met een indicatie lampje. Als het indicatie lampje brandt is de
zwaailamp aan. Om de zwaailamp uit te zetten dient de schakelaar terug gezet te worden.
Anzeigeleuchte für Stabilisatoren – Er is een groene indicatie lampje voor de stabilisatie
(steunpoten), indien gemonteerd, aanwezig.
Een konstand brandend groen licht betekend dat de steunpoten in de werkpositie staan. In
deze situatie is werken met de lift mogelijk.
Een groen knipperlicht betekend dat de steunpoten niet in de werkpositie of transport
positie staan. In deze situatie is werken met de lift of rijden met het voertuig niet mogelijk.
4-3-2