De terugspeelzoom
gebruiken
1 Het zoomhendeltje op [
zetten om het beeld te vergroten.
2X
4X
ANNUL
•
: 1k>2k>4k>8k>16k
• Wanneer u het zoomhendeltje op [
[W] zet nadat het beeld vergroot is,
wordt de vergroting minder. Wanneer u
het zoomhendeltje naar [
verhoogt de vergroting.
• Wanneer u de vergroting wijzigt,
verschijnt de aanduiding van de
zoomstand A gedurende ongeveer
1 seconde om de stand van de
vergrootte sectie te controleren.
2 Op 3/4/2/1 drukken om de
stand te wijzigen.
2X
4X
ANNUL
• Wanneer u de af te beelden positie
verplaatst, verschijnt de aanduiding van
de zoomstand gedurende ongeveer
1 seconde.
] [T]
W
T
WISSEN
]
] [T] zet,
of
WISSEN
∫ De terugspeelzoom annuleren
Naar [
] [W] zetten of op [MENU/SET]
drukken.
∫ Een opname wissen tijdens de
terugspeelzoom
1 Op [
] drukken.
2 Op 3 drukken om [JA] te kiezen.
3 Op [MENU/SET] drukken.
• U kunt de opname-informatie enz. op de
LCD-monitor/Viewfinder ook verstoppen
tijdens de afspeelzoom met [DISPLAY].
• Hoe meer het beeld vergroot wordt, hoe
slechter de kwaliteit ervan wordt.
• Gebruik de bijwerkfunctie om het vergrote
beeld op te slaan. (P113)
• Het kan zijn dat de terugspeelzoom niet
werkt als de opnamen met andere
apparatuur zijn gemaakt.
Gevorderd (Afspelen)
99
VQT1B33