∫ Belichting (P53)
• De belichting wordt automatisch
aangepast op dit toestel (AE=Auto
Exposure). Afhankelijk van de
opnamecondities zoals met
achtergrondlicht, kan het beeld donker
worden opgenomen.
Pas in dit geval de belichting aan om
minder donkere opnamen te maken.
∫ Scherpstellen (P31, 60, 67)
• Dit toestel stelt automatisch scherp
(AF=Auto Focus). Het beeld kan echter
onscherp zijn in de volgende gevallen.
Het focusbereik is 30 cm tot ¶ (Breed),
2 m tot ¶ (Tele)
– Als er zowel voorwerpen dichtbij als ver
weg zijn.
– Als er vuil of stof op het glas zit tussen
de lens en het voorwerp.
– Als er verlichte of schitterende
voorwerpen rondom het object zijn.
– Als u opnamen maakt op donkere
plaatsen.
– Als het onderwerp snel beweegt.
– Als er te weinig contrast in de scène is.
– Als het voorwerp heel fel gekleurd is.
– Als u close-up's maakt.
– Als het toestel beweegt.
Probeer met de AF/AE-vergrendeling of
[MACRO-AF].
∫ Kleuren (P84)
• De kleur van het onderwerp hangt af van
het licht eromheen zoals zonlicht of het
licht van halogeenlampen. Het toestel zal
echter automatisch een kleur kiezen die
zo dicht mogelijk een levensechte kleur
benadert. (automatische witbalans)
Stel de witbalans fijn in voor een
preciezere witbalansinstelling.
Stel de witbalans in als u de kleur die u
met de automatische witbalans krijgt,
wil wijzigen.
∫ Wanneer u een object dat zich buiten
de AF-zone bevindt, wenst te nemen
(AF/AE Lock)
Wanneer u een opname maakt van
personen met een compositie zoals het
volgende beeld, zult u het toestel niet
kunnen scherpstellen op het object omdat
de personen buiten de AF-zone vallen.
P
In dit geval,
1 De AF-zone op het object richten.
2 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen en de belichting in te
stellen.
• De focusaanduiding gaat branden
wanneer het object scherpgesteld is.
3 De ontspanknop half ingedrukt
houden als u het toestel beweegt om het
beeld samen te stellen.
4 De ontspanknop helemaal indrukken.
• U kunt herhaaldelijk de AF/AE Lock
proberen voordat u de ontspanknop
volledig indrukt.
P
F2.8
F2.8
1/25
1/25
∫ Richtingfunctie
Beelden die opgenomen zijn met een
verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer
[LCD ROTEREN] (P106) ingesteld is op
[ON])
• Het beeld wordt misschien niet verticaal
afgebeeld als u het gemaakt hebt met een
naar boven of naar beneden gericht
toestel.
• Het beeld wordt misschien niet verticaal
afgebeeld als u bewegende beelden
maakt of flipanimaties.
Basiskennis
7
P
F2.8
F2.8
1/25
1/25
31
VQT1B33