• Wanneer u een statief of dergelijkeenz.
gebruikt, is de instelling van de
zelfontspanner op 2 seconden handig om
de bewegingbeweging die veroorzaakt
wordt door het indrukken van de
ontspanknop te vermijden.
• Wanneer u éénmaal de ontspanknop
helemaal indrukt, wordt er automatisch op
het object scherpgesteld net voor de
opname. Op donkere plekken zal het
zelfontspannerlampje knipperen en kan
het helder gaan schijnen om als AF-lamp
te werken (P91) zodat het toestel beter op
het object scherp kan stellen.
• In de eenvoudige functie [
zelfontspanner vast ingesteld op
10 seconden.
• Als u de zelfontspanner instelt op [2 SEC.]
of [10 SEC.] in de burstfunctie, begint het
toestel opnamen te maken 2 of
10 seconden nadat de ontspanknop is
ingedrukt. Het aantal tegelijkertijd
gemaakte opnamen is vast ingesteld op 3.
• We raden het gebruik van een statief aan
wanneer u opneemt met de
zelfontspanner.
• Afhankelijk van de opnamecondities kan
het opname-interval meer dan
2 seconden worden als u
[10 S/3BEELDEN] kiest.
• De flits kan eventueel niet altijd gaan
werken als u [10 S/3BEELDEN] instelt.
• U kunt [10 S/3BEELDEN] niet instellen als
u de automatische bracket hebt ingesteld.
• De volgende functies kunt u niet
gebruiken als [10 S/3BEELDEN] is
ingesteld.
– Burstfunctie
– [AUDIO OPNAME]
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de
geschikte belichting niet kunt verkrijgen
wegens het verschil in helderheid tussen
het object en de achtergrond. Zie de
volgende voorbeelden.
Onderbelichting
] is de
De belichting positief compenseren.
Gevorderd (Opnamen maken)
Juiste belichting
De belichting negatief compenseren.
Overbelichting
53
VQT1B33