∫ Prefocus
Met deze techniek stelt u op voorhand
scherp op het punt waarop u de opnamen
gaat maken als het bijvoorbeeld moeilijk is
scherp te stellen met de automatische
scherpstelling wegens bijvoorbeeld een
snelle beweging. [bijv. [PANNING] (P70) in
de scènefunctie]
Deze functie is geschikt als de afstand
tussen de camera en het object vastligt.
∫ De zoomzone veranderen
De vergrootte zone kan veranderd worden
terwijl het scherm vergroot wordt met
behulp van de MF-hulp. Dit is handig
wanneer u de focuspositie wilt veranderen
om beelden te maken.
1 Open de MF-hulpfunctie met 3/4 op de
joystick.
2 Wijzig de uitvergrote zone met de
cursorknoppen 3/4/2/1.
• De expansie wordt geannuleerd na
ongever 2 seconden.
• Het volgende zal de AF-zone doen
terugkeren naar de originele positie.
– De focus overschakelen op [AF] of
[MACRO-AF].
– De beeldgrootte of aspect veranderen.
– Het toestel uitzetten.
• U kunt ook handmatig scherpstellen in de
functie voor bewegende beelden [
De scherpstelling wordt wel vastgelegd
tijdens het opnemen van bewegende
beelden.
• Als u scherpstelt in de Breed-functie en
dan de zoomhendel op Tele draait, kan de
scherpstelling niet goed zijn. In dit geval
dient u opnieuw scherp te stellen.
• U kunt de continue AF niet instellen (P90)
als u handmatig scherpstellen hebt
ingesteld.
• Het MF-hulpscherm verschijnt niet als u
de digitale zoom gebruikt.
• De afstand tussen het object op het
scherm in de handmatige bediening valt
bij benadering samen met de
scherpstellingpositie. Vergeet niet dat de
afstand bij benadering de werkelijke is als
u een opname maakt.
• Gebruik het hulpscherm (Assist) voor een
definitieve controle van de scherpstelling.
• Annuleer de energiebesparingsfunctie en
stel dan opnieuw scherp.
Gevorderd (Opnamen maken)
VQT1B33
].
67