Basiskennis
∫ Golfstoring (camerabeweging)
• Op bewegingbeweging letten wanneer u
de ontspanknop indrukt.
• Als het toestel beweegt door een
langzame sluitertijd, verschijnt de
bewegingswaarschuwing A.
• Wanneer deze waarschuwing verschijnt,
raden wij aan een statief te gebruiken. Als
u geen statief kunt gebruiken, let u goed
op de manier waarop u het toestel
vasthoudt (P30). Het gebruik van de
zelfontspanner voorkomt toestelbeweging
die veroorzaakt wordt door op de
ontspanknop te drukken als u een statief
gebruikt (P52).
• De sluitertijd zal vooral in de volgende
gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel
stil vanaf het moment dat u de
ontspanknop indrukt totdat het beeld op
het scherm verschijnt. We raden in dit
geval het gebruik van een statief aan.
– Langzame synchr./Reductie
rode-ogeneffect (P47)
– [NACHTPORTRET] (P70)
– [NACHTL. SCHAP] (P71)
– [PARTY] (P71)
– [KAARSLICHT] (P71)
– [STERRENHEMEL] (P73)
– [VUURWERK] (P74)
– Als u de sluitertijd op langzaam instelt
(P62, P63)
32
VQT1B33
F2.8
F2.8
1/10
1/10
∫ Programma overschakelen
In de AE-programmafunctie kunt u de
ingestelde openingswaarde en de sluitertijd
wijzigen zonder de belichting te wijzigen;
dit heet programmaschakeling.
U kunt de achtergrond waziger maken door
de openingswaarde kleiner te maken of
een bewegend voorwerp met meer
beweging opnemen door de sluitertijd
langzamer in te stellen als u een opname
maakt in de AE-programmafunctie.
• Druk de ontspanknop halfweg in en
gebruik dan de joystick om programma
overschakelen te activeren terwijl de
openingswaarde en de sluitertijd op het
scherm verschijnen (ong. 10 seconden).
• De aanduiding voor de
programmaschakeling D verschijnt op
het scherm als deze functie geactiveerd
is.
• De programmaschakeling wordt
geannuleerd als u de camera uitzet of de
joystick naar boven en naar onder wordt
bewogen totdat de aanduiding voor de
programmaschakeling verdwijnt.
F2.8
F2.8
1/60
1/60
7
F4.0
F4.0
1/30
1/30