Het navigatiescherm leren kennen
U kunt de volgende functies en informatie gebruiken op het
navigatiescherm.
a
b
c
d
h
i
a
Naar het startscherm gaan.
b
Wijzigen hoe de kaart wordt weergegeven.
•
(2D noorden boven): het noorden is altijd boven.
(2D rijrichting boven): de kaart draait mee met uw
•
rijrichting.
(3D-rijrichting boven): er wordt een
•
driedimensionaal effect toegepast en de kaart draait
mee met uw rijrichting.
c
Het navigatievolume aanpassen.
Instellen om de schaal van de kaart vast te zetten of hem
d
automatisch aan te passen aan de rijomstandigheden.
e
f
g
j k
e
Informatie over deze bocht
f
Informatie over de volgende bocht
g
Rijstrooknavigatie
• Geel: de aanbevolen rijstrook
• Wit: rijstroken die u kunt kiezen
• Grijs: rijstroken die u moet vermijden
De snelmenu's weergegeven die u kunt gebruiken voor
h
navigatie.
i
De geschatte aankomsttijd, de afstand tot de bestemming
en de resterende duur van de reis weergeven. Druk hierop
om gedetailleerde informatie over de bestemming weer te
geven.
j
Druk hierop om de verkeersinformatie weer te geven.
Het splitscreen verbergen of weergeven.
k
Û Opmerking
U kunt het navigatiescherm zien zonder een bestemming in te
stellen door te tikken op de kaartgedeelte op het startscherm
of door te drukken op de toets [MAP] op het bedieningspaneel.
5-5