2 - MIN Vermogen
Het
MIN-vermogen
moet
werkingsveld dat wordt weergegeven op pag. 9.
Druk op de knop 2)(Afb. 27 pag. 24) "afname vermogen" en houd
deze ingedrukt tot de servomotor de waarde 20° bereikt
(fabrieksinstelling).
Regeling debiet verstuiver
Het debiet van de verstuiver wordt gegeven door het diagram
(Afb. 28 pag. 24) overeenkomstig de druk op de terugloop van de
verstuiver, afgelezen op de manometer 1)(Afb. 29 pag. 25).
De druk en het debiet van de verstuiver zijn minimaal wanneer de
servomotor zich in positie 20° bevindt.
Zie pag. 9 voor de ijking van de druk op de terugloop.
Regeling luchtdebiet
Varieer het beginprofiel van de nok 2)(Afb. 30) geleidelijk aan via
de schroeven 3).
Indien mogelijk niet aan de eerste schroef draaien: deze schroef
moet zorgen voor de complete sluiting van de luchtklep.
3 - Tussenliggende vermogens regeling debiet lucht/olie
Druk kort op de knop 2)(Afb. 27 op pag. 24) "Toename
vermogen" zodat de servomotor ongeveer 15° wordt gedraaid.
Regel de schroeven tot u een optimale verbranding verkrijgt. Ga
op dezelfde wijze te werk met de volgende schroeven.
Let erop dat de variatie van het profiel van de nok geleidelijk
gebeurt.
Zet de brander uit met de schakelaar 1)(Afb. 27 op pag. 24),
positie OFF, koppel de nok 2)(Afb. 30) los van de servomotor,
druk daarvoor op knop 3)(Afb. 31) en verplaats deze naar rechts.
Controleer meermaals. Draai daarvoor met de hand de nok 2)
naar voren en naar achteren en controleer of de beweging soepel
en zonder schokken verloopt.
Koppel de nok 2) weer aan de servomotor, verplaats daarvoor de
knop 2)(Afb. 31) naar links.
Let er zo goed mogelijk op dat u de schroeven aan de uiteinden
van de nok niet verplaatst, ze werden vooraf afgesteld voor de
opening van de luchtklep bij MAX. en MIN. vermogen.
Nadat de MAX - MIN - TUSSENLIGGENDE vermogens zijn
afgesteld, controleer de ontsteking opnieuw: deze moet een
geluidsniveau hebben dat gelijk is aan de volgende werking. Als
er schokken optreden, het debiet bij de ontsteking verlagen.
Bevestig na de regeling de nok met de schroeven 4)(Afb. 30).
OPMERKING:
De servomotor volgt de afstelling van de nok III alleen
wanneer u de hoek van de nok verkleint. Als de hoek van de
nok daarentegen moet worden vergroot, is het nodig om
eerst de hoek van de servomotor te vergroten met de toets
"toename vermogen", dan de hoek van de nok III te
vergroten en vervolgens de servomotor in de stand MIN.
vermogen terug te zetten met de toets "afname vermogen".
Voor de eventuele regeling van de nok III, vooral voor kleine
verplaatsingen, kan de speciale sleutel 10)(Afb. 31) gebruikt
worden die wordt tegengehouden door een magneet onder de
servomotor.
20166445
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
worden
gekozen
binnen
het
D889
7.3.3
Servomotor
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep door middel van
de nok met variabel profiel en de drukvariator. De rotatiehoek van
de servomotor is 130° in 42 s.
Wijzig de in de fabriek afgestelde regeling niet van de 5 nokken
waarmee deze uitgerust is; controleer alleen of ze als volgt zijn:
Nok I :
130°
Nok II :
0°
Nok III :
20°
Nokken IV - V:
26
NL
Beperkt de rotatie naar het maximum.
Beperkt de rotatie naar het minimum.
Wanneer de brander uitgeschakeld is,
moet de luchtklep gesloten zijn: 0°.
Regelt de positie van ontsteking en
MIN-vermogen.
niet gebruikt.
D3923
Afb. 31
Afb. 32