Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
7.3.1
Drukregelaar
De drukwaarde op de terugloop van de verstuiver wordt
aangeduid op de manometer 1)(Afb. 29).
De druk en het debiet van de verstuiver zijn maximaal wanneer
de servomotor zich in positie 130° bevindt.
De drukcorrecties op de terugloop worden verkregen door de
excentriek 6)(Afb. 29) en de moer van de contramoer 4)(Afb. 29)
te variëren.
OPMERKING:
• Om correct geijkt te worden, moet de excentriek 6) over
het gehele gebied van de servomotor (20° ÷ 130°) werken:
bij elke verandering van de servomotor moet deze
overeenkomen met een drukverandering.
• Breng de zuiger van de regelaar nooit tot het einde: de
stopring 3)(Afb. 29) bepaalt de maximale slag.
• Wanneer de regeling is uitgevoerd, moet manueel
gecontroleerd
worden,
gedeblokkeerd (zie pag. 26), dat tussen 0° en 130° zich
geen problemen voordoen en dat de max. en min. druk
overeenkomen met diegene die is gekozen volgens het
diagram (Afb. 28 pag. 24).
• Als het debiet van de toevoer van de verstuiver moet
gecontroleerd worden: open de brander, sondeer de
verstuiver, simuleer de ontsteking en voer de weging van
de brandstof uit aan de max. en min. druk.
Als bij het max. debiet van de verstuiver (maximumdruk op
terugloop) drukschommelingen op de manometer 1)
vastgesteld worden, verlaag dan lichtjes de druk totdat de
schommelingen verdwijnen.
Voor de kalibratie van de excentriek moeten de schroeven 7)
losgedraaid worden en moet op de schroef 5) gehandeld worden
tot de gewenste excentriciteit wordt verkregen. Door de schroef
5) naar rechts te draaien, neemt de excentriciteit toe, waardoor
het verschil tussen de maximale en minimale debiet van de
verstuiver wordt vergroot; door de schroef 5) naar links te draaien
neemt de excentriciteit af, waardoor het verschil tussen
maximale en minimale debiet van de verstuiver wordt verkleind.
1
Manometer druk terugloop verstuiver
2
Oliedrukschakelaar
3
Stopring zuiger
4
Moer en contramoer zuigerijking
5
Regelschroef nok
6
Variabele nok
7
Blokkeerschroeven nok
nadat
de
servomotor
D1227
Afb. 29
7.3.2
Afstelling van de lucht
Varieer het eindprofiel van de nok 2)(Afb. 30) geleidelijk aan via
de schroeven 5).
–
Om het luchtdebiet te verhogen de schroeven aandraaien.
–
Om het luchtdebiet te verlagen de schroeven losdraaien.
D1229
is
1
Servomotor
2
Nok met variabel profiel
3
Schroeven voor het regelen van het profiel van de nok
4
Schroeven voor het bevestigen van de regeling
5
Schroeven voor het regelen van het profiel van de nok
25
NL
Afb. 30
20166445