i
Bij een succesvolle motorconfiguratie zullen de
schuifregelaar
en het motorsymbool
weergegeven.
i
Bij een onsuccesvolle motorconfiguratie zullen de
schuifregelaar
en het motorsymbool
weergegeven.
Motordetectie controleren
Controleer of het systeem alle motoren correct heeft
X
X
gedetecteerd.
Display
Kleur
Resultaat
groen
1 motor gedetecteerd
groen
2 motoren gedetecteerd
rood
0 motoren gedetecteerd, fout (zie
hoofdstuk Storingen verhelpen)
Tab. 7.1
Mogelijke resultaten van de motordetectie
i
Als er tijdens de motordetectie al een
raamcontactschakelaar is aangesloten, moet ervoor
worden gezorgd dat deze ook een ontgrendeling biedt
(raam gekanteld/open).
Handmatige beëindiging van de basisconfiguratie
Houd de Menu-knop ingedrukt
X
X
Indien u de basisconfiguratie voortijdig wenst te beëindigen, bijv.
wanneer de motor niet correct wordt gedetecteerd, moeten alle
niet volledig afgesloten menu-items op een later tijdstip verplicht
worden doorlopen.
Basisconfiguratie afsluiten
Als u alle menu-items van de basisconfiguratie succesvol heeft
doorlopen:
Druk op de knipperende navigatiepijl
X
X
Het systeem neemt de gewijzigde instellingen over en slaat
X
X
deze op. Het standaarddisplay wordt weergegeven.
7.2
Configuratiemenu gas
i
De gassproeiers, gassoort, gasdruk en gasmerklijnen
mogen alleen door een erkende vakman of door een
BORA servicetechnicus worden aangepast. Deze is ook
verantwoordelijk voor de deskundige gasinstallatie en
inbedrijfstelling.
i
Correcte instellingen zijn belangrijk voor een veilige en
vlotte werking van het gaskookveld.
i
Zie hoofdstuk „Menu" voor gedetailleerde instructies over
het gebruik van het menu.
www.bora.com
7.2.1 Menu-item P: GPU
groen worden
i
Onder menu-item P (GPU) wordt het minimale vermogen
per brander en gassoort/-druk geregeld.
rood worden
Instellen
0
4
5
10
11
12
Tab. 7.1
Afb. 7.9
Kies de juiste instelling. (Raak de overeenkomstige sliderzone
X
X
aan
7.2.2 Menu-item S: GASt
i
Onder menu-item S (GASt) kunt u de merklijnen voor de
gasbranders kiezen.
i
Bij vloeibaar gas (G30/31) mogen alleen de merklijnen B
en C worden gebruikt.
De merklijnen regelen de laagste vermogenswaarden van
de gasbranders. De merklijnen worden gebruikt om de
laagste vermogensniveaus aan te passen. Afhankelijk van de
inbouwsituatie en invloed van de kookveldafzuiging kan, indien
nodig, de merklijn worden aangepast:
Gassoort Gasdruk
Ø SR-brander /
(mbar)
normale
brander
G20
20
104
G25
20
110
G30
29
69
G30/31
37
69
G30/31
50
62
G20
13
115
G25
25
104
G25,3
25
104
G20
25
100
Gassoort en gasdruk instellen
Display menu-item P: GPU
of stel in via
of
)
Uitgebreid menu
NL
Ø R-brander /
sterke
brander
125
131
85
85
78
149
131
131
119
47