Deurdichtingen
Behandel de deurdichtingen niet
met olie of vet. Anders worden ze na
verloop van tijd poreus.
Reinig de deurdichtingen regelmatig.
Gebruik hiervoor uitsluitend schoon wa-
ter. Wrijf ze daarna grondig droog met
een doek.
Na het reinigen
^ Plaats alle onderdelen terug.
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de des-
betreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^ Plaats de levensmiddelen in de koel-
zone en sluit de toesteldeuren.
^ Schakel de functie "Superfrost" in, zo-
dat de vrieszone snel koud wordt.
^ Plaats de vriesmanden met de le-
vensmiddelen in de vrieszone zodra
de temperatuur in de vrieszone laag
genoeg is.
^ Zodra er een constante temperatuur
van minstens -18 °C is bereikt, scha-
kelt u de functie "Superfrost" uit.
Reiniging en onderhoud
51