Op het bedieningspaneel ziet u nu de
sensortoetsen voor de vier
toestelzones: de koelzone, het linker
MasterFresh-vak, het rechter
MasterFresh-vak en de vrieszone.
Rechts op het bedieningspaneel ziet u
de aan-uittoets voor de
ijsblokjesautomaat (alleen zichtbaar als
u eerst de sensortoets voor de
vrieszone hebt aangeraakt).
Als de ijsblokjesautomaat actief is,
heeft de sensortoets een gele kleur.
Als u de instellingen van het toestel wilt
wijzigen (bijv. temperatuur instellen),
^ raakt u de sensortoets voor de
toestelzone aan waarvoor u de instel-
lingen wilt wijzigen.
De aangeraakte sensortoets licht geel
op. Afhankelijk van de geselecteerde
toestelzone kunt u nu een aantal sen-
sortoetsen op het bedieningspaneel
aanraken.
Afhankelijk van de geselecteerde
toestelzone kunt u nu
– de temperatuur instellen,
– de functies "Super koelen"/"Super-
frost" selecteren,
Toestel in- en uitschakelen
– de luchtvochtigheid in de
MasterFresh-vakken instellen,
– de ijsblokjesautomaat inschakelen.
Meer informatie vindt u in de desbetref-
fende rubrieken.
Als u een toestelzone wilt deselecteren,
^ raakt u de sensortoets voor de
geselecteerde toestelzone aan, zodat
deze wit oplicht. U kunt ook direct
een andere sensortoets aanraken.
Als u naar de normale modus wilt gaan,
^ raakt u de thermometertoets aan, zo-
dat deze wit oplicht.
De nieuwe instellingen worden opge-
slagen.
Ook als u de thermometertoets niet
aanraakt, schakelt de elektronische be-
sturing na enige tijd over naar de nor-
male modus.
Toestel uitschakelen
^ Druk op de tuimelschakelaar.
De koeling en de binnenverlichting wor-
den uitgeschakeld.
21