2.6 Tijdens de rit
9
Rijden
Het verblijf in de caravan is tijdens het rijden bij de wet
verboden!
Maak vóór de eerste grote rit een proefrit of volg een veiligheidstrai-
ning, om uzelf vertrouwd te maken met het rijgedrag van de combi-
natie. Oefen ook het achteruit rijden.
Voor het rijden geldt
• Om ervoor te zorgen dat de combinatie goed rijdt en remt, is het
essentieel dat de aankoppelhoogtes van het trekkende voertuig en
de aanhanger overeenkomen.
• Onderschat de lengte en breedte van de combinatie niet.
• Wees voorzichtig bij het inrijden van inritten en doorritten.
• Bij zijwind, ijzel of nat wegdek kan de combinatie gaan slingeren.
• Pas de rijsnelheid aan de wegcondities en de verkeerssituatie aan.
• Bij slingerbewegingen nooit accelereren.
• Bergafwaarts beslist niet harder dan bergopwaarts rijden.
• Lange, iets hellende weggedeelten kunnen gevaar opleveren.
Regel de snelheid hier van begin af aan zodanig dat deze zonodig
nog kan versnellen, zonder andere verkeersdeelnemers in gevaar
te brengen.
• Bij slingerbewegingen van de combinatie op glooiende trajecten:
rem voorzichtig maar vlot zodra auto en caravan op één lijn lig-
gen, d.w.z. zodra de combinatie gestrekt is.
• Bij het inhalen van of ingehaald worden door vrachtwagencom-
binaties of bussen kan de caravancombinatie in een luchtstroom
terecht komen. Hierdoor kan de voertuigcombinatie neiging tot
overstuur vertonen en aan het slingeren raken.
• Rijd anticiperend en las bij lange ritten regelmatig pauzes in.
Rijden van bochten
Uw combinatie is veel langer dan een gewone auto.
Voor het rijden van bochten geldt
• Rijd niet te scherp en/of te snel een bocht in!
• Neem bij het afslaan de bochtradius altijd iets ruimer.
• Houd er rekening mee dat de caravan tot voorbij de achterkant
van de auto uitwijkt.
Remmen
Het remgedrag van een combinatie van trekkend voertuig en aan-
hangwagen wijkt af van dat van een personenauto. Om die reden is
het zinvol, met name voor ongeoefende bestuurders, op een geschikt
terrein een aantal voorzichtige remtests uit te voeren. De remweg
van een combinatie van trekkend voertuig en aanhangwagen is langer
dan die van een personenauto. Deze wordt bovendien in sterke mate
beïnvloed door de beladingstoestand van de caravan.
Voor het remmen geldt
• Met langere remweg rekening houden, vooral bij nat weer.
• Kies bij bergafwaarts rijden geen hogere versnelling dan bij bergop-
waarts rijden.
• Tijdens langdurige bergritten kan het door voortdurend oplopen van
de caravan gebeuren dat de wielremmen bijzonder warm worden,
zodat er in voorkomende gevallen voldoende tijd moet worden
genomen om ze weer te laten afkoelen.
2. Veiligheid