Bijlage B vervolg.
Schermbeschrijving voor menu BASISINSTALLATIE
BASISINSTALLATIE
CONFIGURATIE
NIVEAU
GRENSVLAK
LINKS
RECHTS
DIRECT
OMKEREN
OPSLAAN
ANNULEREN
KOPPELEN: %
ENGELS
FRANS
SPAANS
PORTUGEES
JAPANS
ITALIAANS
DUITS
KALIBRATIE
van NUL en SPAN
DICHTHEID
van KALIBRATIE
LAGE DICHTHEID
van KALIBRATIE
HOGE DICHTHEID
van KALIBRATIE
NUL
SPAN
OPSLAAN
ANNULEREN
DICHTHEID WIJZIGEN
DICHTHEID
van SERVICE
LAAG SOORTELIJK
GEWICHT VAN SERVICE
HOGE DICHTHEID van
SERVICE
OPSLAAN
ANNULEREN
↑ TERUG
Auteursrecht 2020 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
Bevestig door op de * te drukken om het menu Basisinstallatie te openen.
Bevestig door op * te drukken om het submenu Configuratie te openen.
Het instrument meet het niveau van een vloeistof waarin de verdringer gedeeltelijk is ondergedompeld.
Het instrument wordt gebruikt om het grensvlak tussen 2 niet-mengbare vloeistoffen met verschillende
soortelijke dichtheden te meten. De verdringer moet altijd ondergedompeld zijn.
Selecteer het item conform de relatieve montagepositie van de instrumentbehuizing ten opzichte van de
verdringer. De standaard montagepositie is LINKS.
Optioneel kan de montagepositie RECHTS zijn.
Een verhoging van het niveau induceert een verhoging van de lusstroom. Standaardactie is DIRECT.
Optioneel kan een OMKEREN-actie worden geselecteerd. De lusstroom neemt af wanneer het niveau
stijgt.
Valideer door op de * te drukken om de procedure voor het opslaan van eerder ingevoerde parameters in
het geheugen van het instrument te starten.
Bevestig door op * te drukken om de procedure voor het opslaan van parameters te annuleren.
Alleen nodig op instrumentkop die alleen wordt geleverd zonder torsiebuis. Functie die wordt gebruikt om
de sensor mechanisch aan de torsiebuisstang te koppelen. Vereist het simuleren van een verdringer half
ondergedompeld in een vloeistof van SG 1,4. De afgelezen waarde moet liggen tussen
-5% en + 5%. Zie Hoofdstuk 7.1.
Geeft de taal aan waarin de gegevens op het scherm worden weergegeven.
Valideer door op de * te drukken om naar het submenu te gaan voor de instelling van de
kalibratiedichtheid en nul- en bereikkalibratie.
Valideer door op * te drukken om de dichtheid van de vloeistof in te stellen die tijdens de
kalibratieprocedure wordt gebruikt. De instelbare waarde varieert van 0,001 t/m 10.
Wordt gebruikt in het geval van een grensvlakinstrument. Valideer door op * te drukken om de dichtheid
van de aanstekervloeistof in te stellen die voor kalibratie wordt gebruikt. Instelbare waarden variëren van
0,001 tot de waarde van HSG CAL.
Wordt gebruikt in het geval van een grensvlakinstrument. Valideer door op * te drukken om de dichtheid
van de zwaardere vloeistof in te stellen die voor kalibratie wordt gebruikt. Instelbare waarden variëren van
de waarde van LSG CAL t/m 10,0.
Wanneer dit wordt weergegeven, leegt u de tank (of simuleert u) zodat de verdringer helemaal geen
vloeistof meer heeft. Wacht tot de verdringer stabiel is en druk dan op * om de lage referentie (REF L) te
definiëren.
Wanneer weergegeven, vult u de tank (of simuleert u) zodat de verdringer volledig in vloeistof is
ondergedompeld. Wacht tot de verdringer stabiel is en druk dan op * om de hoge referentie (REF H) te
definiëren.
Valideer door op de * te drukken om de procedure voor het opslaan van eerder ingevoerde parameters in
het geheugen van het instrument te starten.
Bevestig door op * te drukken om de procedure voor het opslaan van parameters te annuleren.
Ga naar die functie om de dichtheid van de service in te stellen voor het geval het verschilt van de
dichtheid van de kalibratie.
Valideer door op * te drukken om de dichtheid van de gebruikte vloeistof in te stellen als dit verschilt van
de kalibratiedichtheid. De instelbare waarde varieert van 0,001 t/m 10.
Wordt gebruikt in het geval van een grensvlakinstrument. Valideer door op * te drukken om de dichtheid
van de aanstekervloeistof in te stellen die wordt gebruikt als deze verschilt van LSG CAL. Instelbare
waarden variëren van 0,001 tot de waarde van HSG SER.
Wordt gebruikt in het geval van een grensvlakinstrument. Valideer door op * te drukken om de dichtheid
van de zwaardere vloeistof in te stellen als deze verschilt van HSG CAL. Instelbare waarden variëren van
LSG SER t/m 10.0.
Valideer door op de * te drukken om de procedure voor het opslaan van eerder ingevoerde
configuratieparameters in het geheugen van het instrument te starten.
Bevestig door op * te drukken om de procedure voor het opslaan van parameters te annuleren.
Keer terug naar het vorige menu.
Masoneilan 12400 Series Transmitter/Regelaar Instructiehandleiding | 45