g.
Hoog niveau [SPAN]
g1. Vloeibare toepassing:
Dompel de verdringer volledig onder in de vloeistof
met dichtheid die wordt gebruikt voor kalibratie [SG
CALIB].
g2. Interfacetoepassing:
Voer de [ZERO] in en bevestig deze: de [LEVEL:%]
Dompel de verdringer volledig onder in de vloeistof
met hogere dichtheid die wordt gebruikt voor kalibratie
[HSG CALIB].
g3. Voer de [SPAN] in en bevestig deze: de waarde
[LEVEL:%] die op het display wordt weergegeven,
moet gelijk zijn aan 100,0%. Als dit niet het geval is,
start de procedure dan opnieuw totdat deze waarde
bijna is bereikt. Zie bijlage B
h.
Druk op de knop * wanneer [SAVE] wordt weergegeven
om de instellingen [ZERO] en [SPAN] te valideren.
7.3.4 Kalibratie met mechanische stops
LET OP
Deze procedure is alleen mogelijk als mechanische
stops (stelschroeven) vooraf zijn afgesteld op
procesvloeistoffen. Zie mechanische stops instellen in
Hoofdstuk 7.5.
Deze kalibratieprocedure is erg handig op locatie en voor
interfacetoepassingen wanneer er geen mogelijkheid is om
niveauvariaties in de tank aan te brengen.
a.
Open de toegangsplug (107) aan de rechterkant van
de behuizing om het simulatiemechanisme te bekijken.
Verwijder plug (190) en de twee 1/8" NPT-pluggen (115).
Gebruik een inbussleutel van 5 mm
b.
Simuleer niveauvariaties door het flexibele element (59)
in de richting van de torsiebuis te bewegen totdat het
flexibele element de stelschroefstijl (114) raakt.
c.
Terwijl u contact houdt, schuift u het flexibele element naar
links of rechts langs het oppervlak van de schroefpaal
(Afbeelding 17) om lage en hoge waarden van de
procesvloeistof(fen) te simuleren.
Afbeelding 17 – Kalibratie met stelschroeven
d.
Open het menu [BAAS SETUP] en het submenu [CALIB ZS].
Auteursrecht 2020 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
e.
Voer de kalibratiedichtheid in bij de waterpastoepassing
[SG CALIB] of het lage en hoge soortelijk gewicht in de
interfacetoepassing [LSG CALIB] en [HSG CALIB].
f.
Laag niveau [ZERO]
f1. Vloeibare toepassing:
Beweeg het flexibele element (59) tegen de schouder
van de stelschroef (114), die overeenkomt met het
lage niveau (tegenover de verdringer). Wacht een
paar seconden totdat de verdringer zich stabiliseert.
f2. Interfacetoepassing:
Beweeg het flexibele element (59) tegen de schouder
van de stelschroef (114), die overeenkomt met de
vloeistof met de laagste kalibratiedichtheid [LSG
CALIB] (tegenover de verdringer). Wacht een paar
seconden totdat de verdringer zich stabiliseert.
f3. Voer de [ZERO] in en bevestig deze: de waarde
[LEVEL:%] die op het display wordt weergegeven,
moet gelijk zijn aan 0,0%. Als dit niet het geval is, start
de procedure dan opnieuw totdat deze waarde bijna
is bereikt. Zie Bijlage B.
g.
Hoog niveau [SPAN]
g1. Vloeibare toepassing:
Beweeg het flexibele element (59) tegen de schouder
van de stelschroef (114), wat overeenkomt met het
hoge niveau van de kalibratievloeistof [SG CALIB]
(aan verdringerzijde). Wacht een paar seconden
totdat de verdringer zich stabiliseert.
g2. Interfacetoepassing:
Beweeg het flexibele element (59) tegen de
schouder van de stelschroef (114), die overeenkomt
met het hoge niveau van vloeistof met de hoogste
kalibratiedichtheid [HSG CALIB] (aan verdringerzijde).
Wacht een paar seconden totdat de verdringer zich
stabiliseert.
g3. Voer de [SPAN] in en bevestig deze: de waarde
[LEVEL:%] die op het display wordt weergegeven,
moet gelijk zijn aan 100,0%. Als dit niet het geval is,
start de procedure dan opnieuw totdat deze waarde
bijna is bereikt. Zie Bijlage B.
h.
Druk op de knop * wanneer [SAVE] wordt weergegeven
om de instellingen [ZERO] en [SPAN] te valideren.
i.
Plaats alle pluggen (107), (190) en (115) terug.
7.4 Kalibratie van dichtheidsmeter
Deze afstelling wordt in de fabriek uitgevoerd voor complete
instrumenten. De functie voor dichtheid [SG METER] is zeer
nuttig bij het ter plaatse uitvoeren van nieuwe kalibraties,
simulaties met of zonder vloeistof en directe aflezing van de
dichtheid van vloeistoffen op de toepassing.
LET OP
De functie Dichtheidsmeter is in de fabriek gekalibreerd
op een dichtheid van 1,0 voor een compleet instrument,
alleen als het verdringervolume lager is dan 1270 cm
het gewicht 1362 g is.
Voor een instrument dat alleen wordt geleverd met een
torsiebuis, is de functie van de dichtheidsmeter in de
fabriek gekalibreerd op een SG 1,0 voor een verdringer
met een volume van 907 cm
Als de werkelijke kenmerken van de verdringer afwijken
van deze waarden, moet de dichtheidsmeter opnieuw
worden gekalibreerd en is deze alleen mogelijk als
het verdringervolume lager is dan 1270 cm
dichtheid x het verdringervolume lager is dan 1270.
Het aflezen van de dichtheid van een vloeistof is alleen
mogelijk als de verdringer volledig in de vloeistof is
ondergedompeld en als de functie [SG METER] vooraf is
gekalibreerd.
Masoneilan 12400 Series Transmitter/Regelaar Instructiehandleiding | 21
3
en een gewicht van 1362 g.
3
en als de
3
en