4. Installatie
4.1 Opslag en staat bij aflevering
Niveau-instrumenten zijn zorgvuldig verpakt in ons pand om
te voorkomen dat ze beschadigd raken tijdens hantering en
transport.
De instrumenten moeten worden opgeslagen in een ruimte
waar de temperatuur tussen -50°C en +93°C ligt.
De instrumenten worden in de fabriek droog gekalibreerd
(simulatie op gewicht) volgens het door de klant
gespecificeerde, dichtheid.
Wanneer de dichtheid niet is gespecificeerd, worden de
instrumenten in de fabriek droog gekalibreerd op een dichtheid
van 1.
Het wordt aanbevolen om een instrument opnieuw te
kalibreren wanneer de werkelijke dichtheid afwijkt van de
kalibratiedichtheid.
Het instrument moet opnieuw gekalibreerd worden wanneer de
prestatie van het instrument wordt geverifieerd met vloeistof in
de verdringerkamer.
Afbeelding 3 – Typische installatie
4.2 Montage op locatie
Pak het instrument voorzichtig uit en noteer het serienummer
voor toekomstig gebruik. Verwijder de transportbout waarmee
de verdringer in de kamer is bevestigd.
Plaats het instrument indien mogelijk op een goed bereikbare,
goed verlichte plaats op het vat. De locatie moet een
omgevingstemperatuur bij de instrumentbehuizing hebben
binnen het bereik van -50 °C tot +80 °C (tenzij beperkingen
als gevolg van goedkeuringen voor explosiegevaarlijke
omgevingen – zie Hoofdstuk 2).
Opmerking: Verwijder het deksel van het instrument pas
als het instrument is geïnstalleerd en gereed is voor
kalibratie.
De codes die op het nummeringssysteem worden
weergegeven, geven de instrumentaanduiding aan
als een functie van verschillende installatiemodi,
verdringerkameraansluitingen en milieunorm of bescherming
van de behuizing tegen explosie. Afbeeldingen 3 en 6 tonen de
verschillende manieren om de verdringerkamer te installeren.
Auteursrecht 2020 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
4.2.1 Externe montage
(model met kamer, Afbeeldingen 3 en 4)
Installeer het instrument in een verticale positie aan de zijkant
van de tank of het vat, zodat de middelste markering op de
kamer zich op normaal niveau bevindt. Het middenbereik is
aangeduid op de kamer.
De vereffeningsleidingen tussen kamer en vat moeten
even groot zijn als de kameraansluitingen. Installeer een
blokkeer klep in elke leiding.
Het gebruik van een afvoeraansluiting wordt aanbevolen,
zoals weergegeven in Afbeelding 3.
LET OP
De verdringer wordt altijd vastgezet in de
verdringerkamer om schade aan de binnenkant
tijdens transport te voorkomen. Tijdens de installatie
moet de verdringer worden ontgrendeld door de
M6-achtersteven bij de afvoer los te schroeven.
Type
12400
(Geschroefd
NPT, BW, SW)
Type
12401
(Geflensd)
Type
12405
(Geschroefd
NPT, BW, SW)
Type
12408
(Geflensd)
Afbeelding 4
Masoneilan 12400 Series Transmitter/Regelaar Instructiehandleiding | 9
Type
12409
(Geschroefd
NPT, BW, SW)
Type
12402
(Geflensd)
Type
12406
(Geschroefd
NPT, BW, SW)
Type
12407
(Geflensd)