7.7.4.1 Instelbereik van de regelaar
Lage en hoge
Gewenste laagste en hoogste
instelwaarden
instelwaarden van de regelaar. Deze
limieten moeten binnen 10% van de
lage en hoge alarmwaarden van de
regelaar liggen.
Initiële
eerste instelwaarde van de regelaar
instelwaarde
wanneer het instrument wordt
opgestart.
Instelpunt Eenheid
Gebruik de vervolgkeuzelijst
om de eenheid voor gebruik in
het programma te selecteren.
Als de instelpunteenheden niet
overeenkomen met de niveau-
eenheden, wordt de activering van
de verhoudingsregeling automatisch
geactiveerd
Instelpunt volgen
Klik om het volgen van het instelpunt
in te schakelen. Als de regelaar is
ingeschakeld en wordt gewijzigd
van handmatige modus naar
normale modus, wordt het instelpunt
ingesteld op gelijk aan de huidige
procesvariabele
Activering van
Automatisch geactiveerd wanneer
verhoudings-
instelpunt en niveaumeting niet
regeling
dezelfde eenheid of bereik hebben.
Met deze functie kan het instrument
ter compensatie automatische
berekeningen uitvoeren.
Verhoudingswinst
Deze twee parameters worden
en Ration Bias (%)
automatisch berekend om het
instelpuntbereik en de eenheden
van de regelaar om te zetten in het
niveaumeetbereik en de eenheden.
7.7.4.2 Configuratie van de regelaar
Regelaar-
Klik op Direct of Omkeren. Directe actie
actie
betekent dat de output van 4-20 mA
van de regelaar toeneemt wanneer
de procesvariabele groter is dan het
instelpunt wanneer de procesvariabele
(lager is dan het instelpunt voor
omgekeerde actie).
Afgeleide
Klik op PV of Fout. Dit bepaalt of
bron
berekeningen zijn gebaseerd op
procesvariabele of fout.
Dode zone
Voer het percentage voor de controle
regelaar (%)
dode zone in. De output van de regelaar
blijft ongewijzigd, aangezien de fout
binnen deze dode zone blijft.
Limiet uitvoer-
Voer een waarde in om te beperken
snelheid (%/s)
hoe snel de output van de regelaar kan
veranderen.
Bias hand-
Voer het percentage in voor de
matige reset
regelaarbias tijdens een reset.
(%)
Snelheden
Voer de waarde in om de tijd te definiëren
van de
waartussen de output van de regelaar
regelaar
vernieuwd wordt De waarde is een
veelvoud van 0,06. Het instrument zal
automatisch afronden.
Auteursrecht 2020 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
7.7.4.3 PID-parameterinstellingen
P
P is een dimensieloze versterkingsfactor
gerelateerd aan de proportionele werking
van het algoritme. Het varieert van 0 t/m 50.
Is)
De integratietijd (of resettijd) is de
tijdconstante van integrale regeling. Hogere
waarden van I veroorzaken een langzamere
integrale actie. Gebruikelijke waarden zijn 0
t/m 100 (10 seconden). Een waarde van nul
schakelt integrale actie uit.
D (ms)
Afgeleide tijd of snelheidstijd is de
tijdconstante van afgeleide besturing
uitgedrukt in milliseconden. Het varieert
van 0 tot 5000 msec. Een waarde van nul
schakelt afgeleide actie uit.
Kd
Differentiële versterking gebruikt in PID-
regelaar voor positie. Het varieert van 0 t/m
100.
Bèta
Bèta is een niet-lineaire dimensieloze
versterkingsfactor, variërend van -9 t/m 9.
Wanneer bèta 0 is, is de versterking van de
regelaar lineair. Anders is de winst de functie
van de fout. Hoe groter de bèta, hoe kleiner
de winst voor een kleine fout.
PID
Slaat de configuratie op het apparaat op.
toepassen
7.7.4.4 Alarmen van de regelaar
Alarmtype
Klik op:
• Absoluut: Bepaalt dat alarmering wordt
uitgevoerd wanneer de procesvariabele de
alarmwaarden van de regelaar overschrijdt
(overschrijdt voor hoog alarm en gaat
onder voor laag alarm).
• Afwijking: Bepaalt dat alarmering wordt
uitgevoerd wanneer het verschil tussen de
procesvariabele en het instelpunt groter is
dan de afwijkingswaarde.
• De alarmgrenzen worden ingevoerd in
dezelfde eenheden als de procesvariabele.
Lage en
Klik op het selectievakje en voer een
hoge
waarde in voor het (de) juiste niveau('s).
alarmen
Deze limieten moeten binnen 10% van de
van de
respectievelijk hoge instelwaarde en de hoge
regelaar
instelwaarde liggen. Zie Instelpuntbereik
PID-regelaar.
Masoneilan 12400 Series Transmitter/Regelaar Instructiehandleiding | 25