5. Membraanschotel met membraan optil-
len en omgekeerd weer plaatsen, moer
(1) vastschroeven.
6. Membraanstang met afdichtings- en
smeermiddel (bestelnr. 8152-0043) in-
smeren.
7. Membraanschotel met membraan in bo-
venste membraanschaal plaatsen, veren
(6) plaatsen en de onderste membraan-
schaal over de membraanstang schui-
ven.
8. Membraanschalen met schroeven en
moeren vastzetten.
9. Ont- en beluchtingsplug (3) van de bo-
venste in de onderste steldrukaanslui-
ting schroeven.
e veren, die nu van onderen tegen de
membraanschotel drukken laten de mem-
braanstang ingaan.
e steldruk komt via aansluiting (4) in de
bovenste membraankamer, zodat met een
toenemende steldruk de aandrijfstang tegen
de veerkracht in uitschuift.
10. e gewijzigde veiligheidspositie op de
typeplaat markeren!
andrij-
ving cm2
120
100,5 mm, bij schroefdraadeinde 89 mm
240
350
700
125 mm bij nom. slag 15 (0,4...1,2 bar),
144 mm bij nom. slag 30 en 40
1400
2800
Omkeren van de werkingsrichting (veiligheidspositie)
Hartmaat a
(fig. 2)
98,25 mm
107,25 mm
230 mm
430 mm
Bij aandrijving type 3271-5 op dezelfde
manier te werk gaan, maar aanvullend de
membraanplaat (7.1) monteren. Bij de mi-
croventieluitvoering bovendien de bus (2.1)
voor de slagbegrenzing monteren.
Bij aandrijving 3271-52 met 60 cm2 moet
de schroef (20) worden losgedraaid waar-
na de huls (21) en de ring (22) gedemon-
teerd worden.
Omkeren van membraanstang ingaand in
membraanstang uitgaand (fig. 2)
1. Schroeven (9) en moeren uitschroeven
en bovenste membraanschaal (5) weg-
nemen.
2. Membraanschotel (7) en membraan
met membraanstang (2) uit onderste
membraanschaal (10) trekken.
Veren (6) uitnemen.
3. Moer (1) afschroeven, daarbij op de
moer (1.1) tegenhouden.
Voorzichtig, de membraanstang op de
afdichtingsplaatsen niet beschadigen.
4. Membraanschotel met membraan optil-
len en omgekeerd weer plaatsen, moer
(1) vastschroeven.
5. Membraanstang met afdichtings- en
smeermiddel (bestelnr. 8152-0043) in-
smeren en met membraanschotel en
membraan in de onderste membraanka-
mer plaatsen.
6. Veren (6) aanbrengen en bovenste
membraanschaal plaatsen.
7. Membraanschalen met schroeven en
moeren vastzetten.
8. Ont- en beluchtingsplug (3) van de on-
derste in de bovenste steldrukaanslui-
ting schroeven.
7
B 8310 NL