Omkeerversterker bij dubbelwerkende aandrijvingen
schroeven. Daarbij alleen de langere af-
taststift (2) uit de aanbouwset gebrui-
ken.
6. Hefboom (1) op de as van de klepstand-
steller steken en met de schotelveer
(1.2) en de moer (1.1) vastschroeven.
Belangrijk:
Wanneer een nieuwe hefboom (1) werd ge-
monteerd, dan moet deze voor aanpassing
op de interne meethefboom eenmaal van
eindaanslag tot eindaanslag worden bewo-
gen.
7. Klepstandsteller op het Namurhoekstuk
(zodanig plaatsen, dat de aftaststift (2)
in de sleuf van de meenemerplaat
(33.1) komt te liggen. Hefboom (1)
overeenkomstig verstellen.
De klepstandsteller met de beide bevesti-
gingsschroeven op het Namurhoekstuk
vastschroeven.
16
B 8384-0 NL
2.3 Omkeerversterker bij dubbel-
werkende aandrijvingen
Voor de toepassing op dubbelwerkende
aandrijvingen moet de klepstandsteller van
een omkeerversterker worden voorzien.
De omkeerversterker is als toebehoren in de
tabel 3 op blz. 9 opgenomen.
Op uitgang A1 van de omkeerversterker is
de steldruk van de klepstandsteller actief,
op uitgang A2 een tegengestelde druk, die
telkens wordt verhoogd met de druk A1 op
de actieve voedingsdruk. De relatie A1 +
A2 = Z geldt.
Montage
1. Aansluitplaat (6) uit de toebehoren ta-
bel 4 op klepstandsteller monteren; let
op de juiste positionering van de beide
afdichtingsringen.
2. De speciale moeren (1.3) uit de toebe-
horen van de omkeerversterker in de
gaten van de aansluitplaat schroeven.
3. De vlakke pakking (1.2) in de uitspa-
ring van de omkeerversterker plaatsen
en de beide holgeboorde speciale
schroeven (1.1) in de aansluitgaten A1
en Z schuiven.
4. Omkeerversterker op de aansluitplaat
(6) plaatsen en met de beide speciale
schroeven (1.1) vastschroeven.
Belangrijk!
De afdichtplug (1.5) op de omkeerverster-
ker mag niet worden verwijderd.
et afdichtrubber (1.4) is bij een inge-
schroefde plug niet nodig en kan worden
verwijderd.