Directe aanbouw
2. Directe aanbouw
2. . Aandrijving type 3277-5
De benodigde aanbouwdelen en de toebe-
horen zijn in tabel 1 op blz. 8 opgesomd
met de bijbehorende bestelnummers.
Aandrijving met 120 cm2
De steldruk wordt afhankelijk van de aan-
bouw van de klepstandsteller links of rechts
op het juk via een daarvoor bedoeld gat
naar het aandrijfmembraan geleid.
Afhankelijk van de veiligheidspositie van de
aandrijving "membraanstang uitgaand" of
"membraanstang ingaand" (ventiel bij
luchtuitval sluitende of openen) moet eerst
de omschakelplaat (9) op het aandrij-
vingsjuk worden gemonteerd. Daarbij moet
deze met het betreffende symbool voor de
aanbouw op de linker of rechter zijde op
de markering worden uitgericht (kijkrichting
op de omschakelplaat).
1. Aansluitplaat (6) of manometerhouder
(7) met manometers op klepstandsteller
monteren; let op de juiste positionering
van de beide afdichtingsringen.
2. Afsluitschroef (4) aan de achterzijde
van de klepstandsteller verwijderen en
de steldrukuitgang "Output 38" op de
aansluitplaat (6) resp. op de manome-
terbeugel (7) met de plug (5) uit de toe-
behoren afsluiten.
3. Meenemer (3) op de aandrijfstang
plaatsen, uitrichten en zodanig vast-
schroeven dat de bevestigingsschroef in
de groef van de aandrijfstang valt.
4. Afdekplaat (10) met smalle zijde van
de uitsparing (fig. 3 links) in de richting
10
B 8384-0 NL
van de steldrukaansluiting bevestigen,
de opgeplakte vlakke pakking (14)
moet naar het juk wijzen.
5. Slag 15 mm:
Op hefboom M (1) op de achterzijde
van de regelaar blijft de aftaststift (2) in
de stiftpositie 35 (uitleveringstoestand).
Slag 7,5 mm:
De aftaststift (2) uit stiftpositie 35 losma-
ken en in het gat voor stiftpositie 25
plaatsen en vastschroeven.
6. Vormpakking (15) in de groep van de
klepstandstellerbehuizing plaatsen.
7. Klepstandsteller op de afdekplaat (10)
zodanig plaatsen, dat de aftaststift (2)
aan de bovenzijde van de meenemer
(3) komt te liggen. Hefboom (1) over-
eenkomstig verstellen en de as van de
klepstandsteller bij geopende deksel
aan de kap vasthouden. De hefboom
(1) moet met veerkracht op de meene-
mer aanliggen.
De klepstandsteller met zijn beide beves-
tigingsschroeven op de afdekplaat (10)
vastschroeven.
Let erop bij de montage, dat de af-
dichtring (10.1) in het gat van de tus-
senplaat is gelegd.
8. Deksel (11) op de tegenoverliggende
zijde monteren. Let er daarbij op dat in
ingebouwde toestand van het regelven-
tiel de ont- en beluchtingsplug naar be-
neden wijst, zodat eventueel opgehoopt
condenswater kan wegstromen.