Directe aanbouw
2. .2 Aandrijving type 3277
De benodigde aanbouwdelen en de toebe-
horen zijn in tabel 2 op blz. 9 opgesomd
met de bijbehorende bestelnummers.
Aandrijvingen met 240, 350 en 700 cm2
De klepstandsteller kan links of rechts op het
juk worden gemonteerd.
De steldruk wordt via het verbindingsblok
(12) naar de aandrijving geleid, bij de vei-
ligheidspositie "membraanstang uitgaand"
intern via een gat in het juk en bij "mem-
braanstang ingaand" via externe leiding-
werk.
1. Meenemer (3) op de aandrijfstang
plaatsen, uitrichten en zodanig vast-
schroeven dat de bevestigingsschroef in
de groef van de aandrijfstang valt.
2. Afdekplaat (10) met smalle zijde van
de uitsparing (fig. 4 links) in de richting
van de steldrukaansluiting bevestigen,
de opgeplakte vlakke pakking (14)
moet naar het juk wijzen.
3.
ij aandrijvingen met 700 cm2 op hef-
boom M (1) op de achterzijde van de
klepstandsteller de aftaststift (2) uit
stiftpositie 35 losmaken en in het gat
voor stiftpositie 50 plaatsen en vast-
schroeven.
ij aandrijvingen 240 en 350 cm2 met
15 mm slag blijft de aftaststift (2) in
stiftpositie 35.
4. Vormpakking (15) in de groep van de
klepstandstellerbehuizing plaatsen.
5. Klepstandsteller op de afdekplaat zoda-
nig plaatsen, dat de aftaststift (2) aan
de bovenzijde van de meenemer (3)
12
B 8384-0 NL
komt te liggen. Hefboom (1) overeen-
komstig verstellen en de as van de klep-
standsteller bij geopend deksel vasthou-
den aan de kap.
De hefboom (1) moet met veerkracht op
de meenemer aanliggen.
De klepstandsteller met zijn beide beves-
tigingsschroeven op de afdekplaat (10)
vastschroeven.
6. Controleer of de tong van de afdichting
(16) aan de zijkant op het verbindings-
blok zodanig is uitgericht, dat het aan-
drijfsymbool voor "membraanstang uit-
gaand" resp. "membraanstang in-
gaand" met de uitvoering van de aan-
drijving overeenkomt.
Anders moeten de drie bevestigings-
schroeven worden verwijderd, de afdek-
plaat worden verwijderd en moet de af-
dichting (16) 180° gedraaid weer wor-
den ingelegd. ij het oude verbindings-
blok (fig. 4 onder) moet de schakelplaat
(13) zodanig worden gedraaid, dat het
bijbehorende aandrijfsymbool naar de
pijlmarkering is uitgericht.
7. Verbindingsblok (12) met zijn afdichtrin-
gen op de klepstandsteller en aandrijf-
juk plaatsen en met bevestigingsschroef
(12.1) vastzetten.
ij aandrijving "membraanstang in-
gaand" bovendien de pluggen (12.2)
verwijderen en de externe steldruklei-
ding monteren.
8. Deksel (11) op de tegenoverliggende
zijde monteren. Let er daarbij op dat in
ingebouwde toestand van het regelven-
tiel de ont- en beluchtingsplug naar be-
neden wijst, zodat eventueel opgehoopt
condenswater kan wegstromen.