Elektrische installatie
9
De vermelde nominale capaciteit is niet gelijk aan de werkelijk beschikbare capa-
citeit van de accu. De werkelijk beschikbare capaciteit is minder dan de nominale
capaciteit.
9.3
12-V-boordnet
Houd er bij de stroomvoorziening van de caravan via de accu van het trekvoer-
tuig rekening mee dat de capaciteit van de accu beperkt is. Bij extreme ontla-
ding kunnen problemen bij het starten van het trekvoertuig optreden.
De elektrische verbinding tussen het trekvoertuig en de caravan altijd
scheiden, voor de caravan op de plaatselijke stroomvoorziening wordt aange-
sloten. Daarvoor de stekker uit de contactdoos van het trekvoertuig nemen.
De elektrische verbinding tussen het trekvoertuig en de caravan altijd
scheiden, voor de woonruimteaccu via een extern laadapparaat wordt
geladen.
Als de caravan niet aan de 230-V-voorziening is aangesloten, gebeurt de 12-V-
voorziening ofwel door de startaccu van het aangesloten trekvoertuig of door de
woonruimteaccu (Autark-pakket). Als de caravan aan het trekvoertuig elektrisch
is aangesloten en de voertuigmotor draait, wordt de woonruimteaccu door de
voertuigdynamo bijgeladen.
De 12-V-voorziening kan op het paneel (SU) door de hoofdschakelaar 12 V worden
onderbroken.
Om de elektrische installatie van de woonruimte volledig spanningsloos te
maken, moet op het elektroblok de stekker "Accuvoeding" worden verwijderd,
de woonruimteaccu worden losgekoppeld en de 230 V-aansluiting van de
caravan worden verwijderd.
9.3.1
Woonruimteaccu, algemeen (Autark-pakket)
Bij het vervangen van de woonruimteaccu alleen accu's gebruiken die over-
eenkomen met de minimale capaciteit van het laadapparaat. De afzonder-
lijke gebruiksaanwijzing van het laadapparaat in acht nemen. Accu's met te
geringe capaciteit verhitten bij het laden te sterk. Explosiegevaar!
Op de wandcontactdozen van het 12 V-boordnet kunnen apparaten met
maximaal 10 A worden aangesloten. Brandgevaar!
Voor het opladen van de woonruimteaccu de daarvoor bestemde laadmodule
in het elektroblok gebruiken. Gebruik bij externe oplading een geregelde
oplader die geschikt is voor het type accu (lood-zuur- of lood-gel-accu) en de
capaciteit van de woonruimteaccu.
Alleen aan de reis beginnen met een volgeladen woonruimteaccu. Laad de
woonruimteaccu daarom voor vertrek ten minste 24 uur op.
Tijdens de reis iedere gelegenheid om de woonruimteaccu op te laden
benutten.
Laad de woonruimteaccu na de reis ten minste 24 uur op.
Laad de woonruimteaccu voor het tijdelijk buiten bedrijf stellen ten minste
24 uur op en bij een een langere periode van stilstand 48 uur.
Koppel bij een lange periode van stilstand (4 weken en langer) de woonruim-
teaccu los en laad deze regelmatig bij (ten minste elke 12 weken gedurende
24 uur opladen).
Sla in de winter de opgeladen accu koel en vorstvrij op en laad deze elke 12
weken bij.
88
Caravan - 21-12 - NL