Veiligheid
3
3.3
Verkeersveiligheid
Voor het begin van de rit de werking van signalerings- en verlichtingsinrich-
ting en de remmen controleren.
Na langere stilstand (ca. 10 maanden) reminstallatie en gasinstallatie door
een geautoriseerde werkplaats laten controleren.
Voor het begin van de rit de televisie van de drager verwijderen en veilig
opbergen.
Voor het begin van de rit het flatscreen en de beeldschermhouder in de
basispositie brengen en vergrendelen. Wanneer de beeldschermhouder in
een TV-kast is ingebouwd: TV-kast sluiten.
Tijdens de rit mogen er zich geen personen in de caravan bevinden.
Bij onderdoorgangen, tunnels e.d. rekening houden met de totale hoogte
van het voertuig (inclusief daklasten).
In de winter moet voor het begin van de rit het dak sneeuw- en ijsvrij zijn.
Voor het begin van de rit de afvalwatertank leegmaken.
Voor het begin van de rit de oprijplaat helemaal inschuiven en vergren-
delen.
Regelmatig voor het begin van de rit of iedere 2 weken de bandenspanning
controleren. Een verkeerde bandenspanning veroorzaakt overmatige slij-
tage en kan de banden beschadigen of zelfs doen klappen. Het voertuig kan
uit controle raken.
Voor het begin van de rit de bijlading in het voertuig gelijkmatig verdelen (zie
hoofdstuk 4).
Bij het beladen van het voertuig en bij ritonderbrekingen, als er bijv. bagage
of levensmiddelen worden bijgeladen, rekening houden met de technisch toe-
gelaten totale massa en de toelaatbare asbelastingen (zie voertuigpapieren).
De maximaal toelaatbare oplegdruk van de aanhangerkoppeling van het trek-
voertuig niet overschrijden en de minimum belasting in acht nemen. De
caravan overeenkomstig deze richtlijnen beladen.
Bij gebruik van de caravan moeten er twee buitenspiegels zijn aangebracht
aan het trekvoertuig.
Voor het begin van de rit de kastdeuren, deur van toiletruimte, alle laden en
luiken sluiten. De deurbeveiliging van de koelkast vergrendelen.
Voor het begin van de rit de tafels tot bed-onderstel ombouwen of in de daar-
voor bestemde houder bevestigen.
Voor het begin van de rit ramen en dakluiken sluiten.
Voor het begin van de rit alle serviceluiken sluiten en de sloten van de luiken
vergrendelen.
Voor het begin van de rit de externe steunen verwijderen en de aan het voer-
tuig aangebouwde steunen inklappen.
Voor het begin van de rit het neuswiel helemaal naar boven draaien.
Voor het begin van de rit de antenne in de parkeerstand brengen.
Bij de eerste rit en altijd na het vervangen van een wiel de wielschroeven/
wielmoeren na 50 km aandraaien. Later van tijd tot tijd controleren op goed
vastzitten. Aandraaimoment zie hoofdstuk 15.
24
Caravan - 21-12 - NL