10
10.5
10.5.1
Caravan - 21-12 - NL
Inbouwapparatuur
Kookplaat
Gas wegens explosiegevaar nooit onverbrand laten uitstromen.
Voor ingebruikname van de kookplaat voor een toereikende ventilatie
zorgen. Raam of dakluik openen.
Gaskooktoestel of gasbakoven niet voor het verwarmen gebruiken.
Voor het hanteren van hete pannen en dergelijke voorwerpen ovenwanten
of pannenlappen gebruiken. Verwondingsgevaar!
Gaskooktoestel
Tijdens het inschakelen en als het gaskooktoestel wordt gebruikt, mogen er
geen brandbare of licht ontvlambare voorwerpen zoals theedoeken, ser-
vetten enz. in de buurt van het gaskooktoestel zijn. Brandgevaar!
Bij aansteken moet het ontstekingsproces zichtbaar zijn en mogen er nog
geen pannen neergezet worden.
De afdekking van het gaskooktoestel wordt al naargelang het model door
veerkracht dichtgetrokken. Bij het sluiten bestaat verwondingsgevaar!
De glazen afdekking van het gaskooktoestel niet als kookveld gebruiken.
De afdekking van het gaskooktoestel niet sluiten als het gaskooktoestel wordt
gebruikt.
De afdekking van het gaskooktoestel niet belasten wanneer deze gesloten is.
Geen hete pannen op de afdekking van het gaskooktoestel zetten.
De afdekking van het gaskooktoestel na het koken zolang de branders warmte
afgeven open laten staan. De glasplaat kan anders barsten.
Alleen pannen gebruiken waarvan de diameter geschikt is voor het rooster
van de brander van het gaskooktoestel.
Als de vlam uitgaat, blokkeert het ontstekingsbeveiligingsventiel automatisch
de gastoevoer.
Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing "Inbouwgas-
kooktoestel".
1
2
Afb. 126 Bedieningselementen van het
gaskooktoestel
Afb. 127
Alternatief: Bedieningsele-
menten van het gaskooktoestel
125
1