constant groen licht en een knipperend blauw licht.
Volg vervolgens de instructies in stap 5 hieronder.
4. Als het indicatielampje in stap 3 hierboven blauw
blijft knipperen: Zet AL en G1 terug in hun
oorspronkelijke posities. Verwissel vervolgens AR
en G1. Als het indicatielampje nu continu groen
brandt koppel dan AL los en sluit een nieuwe
begrenzingsdraad aan op AL. Sluit het andere
uiteinde van de nieuwe draad aan op een punt in het
midden van het vermoedelijk defecte deel van de
draad. Volg dezelfde procedure als bij 3 a) en 3 b)
hierboven.
5. Wanneer de breuk is gevonden, moet het
beschadigde deel worden vervangen door een
nieuw stuk draad. Gebruik altijd originele
koppelingen.
236 - 001 - 02.10.2017
Problemen oplossen - 63