Symptomen
Oorzaak
De robotmaaier trilt.
Beschadigde messen leiden tot onbalans in
het maaisysteem.
Te veel messen in dezelfde positie leiden tot
onbalans in het maaisysteem.
Er worden verschillende (dikte) Husqvarna-
messen worden gebruikt.
De robotmaaier rijdt,
De robotmaaier zoekt het laadstation.
maar de maaischijf
draait niet.
De robotmaaier maait
Messchijf geblokkeerd door gras of ander
minder lang dan ge-
vreemd voorwerp.
woonlijk tussen twee
De batterij is versleten.
laadbeurten in.
Zowel de maaitijd als
De batterij is versleten.
de laadtijd is korter
dan normaal.
De robotmaaier staat
De klep is gesloten zonder dat u eerst op de
urenlang in het laad-
START-knop hebt gedrukt.
station geparkeerd.
De robotmaaier be-
Spiraalmaaien is een natuurlijke vorm van de
weegt vaak in cirkels
beweging van de robotmaaier.
of spiralen.
De robotmaaier draait
Dit is normaal voor Automower 430X en Au-
rond en blijft verschil-
tomower 450X met GPS-navigatie en draagt
lende minuten op een
bij aan een gelijkmatig resultaat.
klein gebied.
6.6 Breuken in de lusdraad opsporen
Breuken in de lusdraad zijn meestal te wijten aan
onbedoelde fysieke beschadigingen aan de draad,
bijvoorbeeld bij het gebruik van een schop bij het
tuinieren. In landen met nachtvorst kan de draad ook
beschadigd raken door scherpe stenen die in de grond
bewegen. Breuken in de draad kunnen ook worden
veroorzaakt door overmatig strekken tijdens het
installeren.
De kabelisolatie kan worden beschadigd wanneer het
gras meteen na de installatie te kort wordt gemaaid.
Beschadigingen aan de isolatie zorgen soms pas weken
of maanden later voor problemen. Om dit te voorkomen,
moet u de eerste weken na het installeren altijd de
maximale maaihoogte selecteren en de maaihoogte
vervolgens elke tweede week een stap verlagen totdat
de gewenste maaihoogte is bereikt.
Een foutieve las in de lusdraad kan soms weken nadat
de las werd gemaakt voor problemen zorgen. Een
foutieve las kan onder meer worden veroorzaakt doordat
de originele koppeling niet stevig genoeg werd
samengedrukt met behulp van een tang of doordat een
koppeling van een mindere kwaliteit dan de originele
koppeling werd gebruikt. Controleer eerst alle bij u
bekende lassen voordat u verdergaat met de
foutopsporing.
236 - 001 - 02.10.2017
Actie
Controleer de messen en schroeven en ver-
vang ze indien nodig. Zie
gen op pagina 52 .
Controleer of er bij elke schroef slechts één
mes is gemonteerd.
Controleer of de messen van verschillende
uitvoeringen zijn.
Geen actie. De maaischijf draait niet wanneer
de robotmaaier het laadstation zoekt.
Verwijder en maak de maaischijf schoon. Zie
Robotmaaier reinigen op pagina 51 .
Vervang de batterij. Zie
Vervang de batterij. Zie
Open de klep, druk op de START-knop en
sluit de klep.
Stel in hoe vaak het spiraalmaaien wordt uit-
gevoerd. Deze functie kan indien nodig wor-
den uitgeschakeld. Zie
gina 36 .
Geen actie.
Een draadbreuk kan worden opgespoord door de
afstand van de lus waar de breuk kan zijn opgetreden
steeds te halveren, totdat er nog maar een kort stuk
draad over is.
De volgende methode werkt niet wanneer de
modus actief is. Zorg dat de ECO-modus eerst wordt
ECO-modus op pagina 35 .
uitgeschakeld. Zie
1. Controleer of het indicatielampje in het laadstation
blauw knippert, wat een breuk in de begrenzingslus
Indicatielampje in het laadstation op
aangeeft. Zie
pagina 59 .
2. Controleer of de aansluitingen van de
begrenzingsdraad naar het laadstation correct zijn
aangesloten en niet zijn beschadigd. Controleer of
het indicatielampje in het laadstation nog steeds
blauw knippert.
De messen vervan-
Accu op pagina 52 .
Accu op pagina 52 .
Spiraalmaaien op pa-
ECO-
Problemen oplossen - 61