INSTELLINGEN
Profielen
ECO-modus
Spiraalmaaien
Hellingsregeling
Algemeen
3.18.1 Profielen
Profielen kunt u verschillende
Met de functie
gebruikersinstellingen opslaan. Er kunnen maximaal 3
profielen worden opgeslagen. De unieke verbinding
tussen de maaier en het laadstation wordt opgeslagen in
de profielen. Dit betekent dat de instellingen gemakkelijk
kunnen worden opgeslagen en opnieuw kunnen worden
gebruikt als de robotmaaier bijvoorbeeld wordt gebruikt
in andere tuinen. Daardoor kunnen er maximaal 3
laadstations worden aangesloten op dezelfde
robotmaaier.
Gebruik profielen
Profiel A, B of C
3.18.1.1 Instellingen in een profiel opslaan
Configureer eerst de instellingen in de maaier die in het
profiel wordt opgeslagen.
Profielen gebruiken en druk op OK.
1. Selecteer
2. Selecteer het profiel dat u wilt opslaan, verplaats de
cursor met de pijltoetsen omhoog en omlaag en druk
op OK.
Opslaan en druk op OK, daarna op de
3. Selecteer
linkerpijltoets en op OK. Alle gebruikersinstellingen
zijn nu in het geselecteerde profiel opgeslagen.
Als er instellingen worden geconfigureerd die niet in het
profiel zijn opgeslagen, verschijnt het symbool * naast
de profielnaam.
3.18.1.2 Een profiel gebruiken
Hieronder wordt beschreven hoe u een profiel kunt
activeren en gebruiken, en dus gebruik kunt maken van
de opgeslagen instellingen.
1. Selecteer het profiel dat u wilt activeren en druk op
OK.
Selecteren en druk op OK.
2. Selecteer
236 - 001 - 02.10.2017
Selecteren
Hernoemen
Opslaan
De robotmaaier maakt nu gebruik van de instellingen die
zijn opgeslagen in het profiel.
3.18.1.3 Profielnaam wijzigen
U kunt de profielnamen wijzigen, zodat u gemakkelijker
kunt onthouden welke instellingen in het desbetreffende
profiel zijn opgeslagen.
1. Kies de profielnaam die u wilt wijzigen en druk op
OK.
Hernoem en druk op OK.
2. Selecteer
3. Verplaats de cursor met de pijltoetsen en druk op
OK om een letter te selecteren. Druk op TERUG om
de nieuwe naam op te slaan.
De profielnamen worden weergegeven in het menu
Instellingen - Profielen . De naam van het geselecteerde
profiel is ook te zien op het startscherm.
3.18.1.4 Nieuw laadstation op de robotmaaier aansluiten
1. Sla eerst een profiel op dat voor het oorspronkelijke
laadstation moet worden gebruikt.
2. Stel daarna de maaier in het nieuwe laadstation in
dat op de maaier wordt aangesloten.
Nieuw lussignaal , zie Uitgebreid op pagina
3. Selecteer
28
4. Sla een profiel op voor het nieuwe laadstation.
Om de robotmaaier in het oorspronkelijke laadstation te
kunnen gebruiken, moet u nu het eerste profiel
selecteren. Om de robotmaaier in het nieuwe laadstation
te kunnen gebruiken, moet u dat profiel selecteren.
3.18.2 ECO-modus
Deze functie schakelt het lussignaal van de
begrenzingslus, de begeleidingsdraden en het
laadstation automatisch uit wanneer de robotmaaier niet
maait, d.w.z. wanneer de maaier wordt opgeladen of
niet mag maaien op basis van timerinstellingen.
ECO-modus
ECO-modus is geschikt voor situaties waarin andere
De
draadloze apparatuur wordt gebruikt die niet compatibel
is met de robotmaaier, zoals bepaalde ringleidingen of
garagedeuren.
ECO-modus is geactiveerd, knippert het
Als de
indicatielampje op het laadstation groen. In de
modus kan de robotmaaier alleen in het laadstation
worden gestart en niet in het werkgebied.
ECO-modus moet altijd op de STOP-knop worden
In de
gedrukt voordat de robotmaaier uit het laadstation wordt
gehaald. Het is niet mogelijk om de robotmaaier op een
Gebruik ECO-modus
ECO-
Installatie - 35