Melding
Oorzaak
Onverwachte maai-
De maaihoogteafstelling is gewijzigd zonder
hoogteafst.
dat de robotmaaier hierom heeft gevraagd.
Maaisysteem onba-
De robotmaaier heeft trillingen in de maai-
lans
schijf gedetecteerd.
Geleiding 1 niet ge-
De begeleidingsdraad is niet aangesloten op
vonden
het laadstation.
Geleiding 2 niet ge-
vonden
Breuk in de begeleidingsdraad.
Geleiding 3 niet ge-
vonden
De begeleidingsdraad is niet aangesloten op
de begrenzingslus.
Kalibratie begeleiding
De robotmaaier heeft de begeleidingsdraad
mislukt
niet kunnen kalibreren.
Kalibratie begeleiding
De robotmaaier heeft de begeleidingsdraad
voltooid
met succes gekalibreerd.
GPS-navigatiepro-
Niet van toepassing op Automower 420/440.
bleem
Probleem met de GPS-ondersteunde naviga-
tieapparatuur.
Zwak GPS-signaal
Niet van toepassing op Automower 420/440.
Het gps-signaal in het huidige werkgebied is
zwak. Er kan geen gebruik worden gemaakt
van gps-geassisteerde navigatie.
Lastig terugkeren
De robotmaaier heeft de begrenzingsdraad
naar laadstation
meerdere banen gevolgd, maar heeft het
laadstation niet gevonden.
Tijdelijk probleem met
Probeer het nogmaals.
de server.
Verbindingsproble-
Probleem met de Automower
men
dule
Verbindingsinstellin-
De instellingen voor draadloze verbinding zijn
gen hersteld
hersteld vanwege een fout.
58 - Problemen oplossen
Actie
Voer een maaihoogtekalibratie uit. Neem
contact op met een Husqvarna-vertegen-
woordiger bij u in de buurt.
Neem contact op met een Husqvarna-verte-
genwoordiger bij u in de buurt als deze mel-
ding vaak verschijnt.
Controleer of de messen (en schroeven) in-
tact zijn en niet zijn versleten. Controleer of
alle messen correct zijn gemonteerd. Contro-
leer of er geen messen dubbel zijn gemon-
teerd op een van de drie bladen.
Controleer of de connector van de begelei-
dingsdraad correct is aangesloten op het
laadstation. Zie
en aansluiten op pagina 21 .
Lokaliseer de plaats van de breuk. Vervang
het beschadigde deel van de begeleidings-
draad met een nieuwe lusdraad en maak een
las met behulp van een originele koppeling.
Controleer of de begeleidingsdraad correct is
aangesloten op de begrenzingslus. Zie
begeleidingsdraad leggen en aansluiten op
pagina 21 .
Controleer of de begeleidingsdraden volgens
de instructies zijn aangebracht, zie
leidingsdraad installeren op pagina 21 .
Geen actie nodig.
Neem contact op met een Husqvarna-verte-
genwoordiger bij u in de buurt als deze mel-
ding vaak verschijnt.
Als deze melding vaak verschijnt, moet u de
GPS-ondersteunde navigatie uitschakelen en
in plaats daarvan de handmatige instellingen
van Tuindekking gebruiken. Zie
op pagina 30 .
De installatie is niet correct uitgevoerd. Zie
De begrenzingsdraad leggen op pagina 19 .
Verkeerde instelling van de doorrijbreedte op
de begrenzingsdraad. Zie
De maaier werd gestart op een bijgebied met
de instelling van het hoofdgebied.
Neem contact op met uw plaatselijke Husq-
varna-vertegenwoordiger als het probleem
zich blijft voordoen.
®
Connect-mo-
Start de maaier opnieuw op. Als de fout zich
blijft voordoen, is actie door een bevoegde
servicemonteur vereist.
Controleer en reviseer de instellingen indien
nodig.
De begeleidingsdraad leggen
De
De bege-
Gebied 1-5
.
236 - 001 - 02.10.2017