geactiveerd, rijdt de robotmaaier op de grootst mogelijke
afstand vanaf de draad, op basis van de geselecteerde
geleidingsbreedte.
In de afbeelding ziet u hoe de robotmaaier door een
Begeleiding breedte is ingesteld op
doorgang rijdt als de
Middel in plaats van Breedste .
De afstand van het laadstation naar een afgelegen zone
meten:
Voer een afstand in waarvan u zeker weet dat deze de
werkelijke waarde overschrijdt. De maximale afstand die
kan worden ingevoerd is 100 meter. Parkeer de
robotmaaier in het laadstation en selecteer
robotmaaier rijdt onmiddellijk weg uit het laadstation. De
afstand wordt in meters vermeld op het display van de
maaier terwijl de robotmaaier bezig is met maaien. Stop
de robotmaaier op de gewenste plaats en noteer de
afstand. Voer het weergegeven aantal meter in het veld
Afstand in voor het betreffende werkgebied.
Op afstand starten 2 geactiveerd is, d.w.z. indien
Als
een andere optie dan Nooit is geselecteerd voor
Aandeel , moeten ook die instellingen getest worden. De
Op afstand starten 2 wordt op dezelfde manier
test voor
Op afstand starten 1 .
uitgevoerd als voor
3.14.4.2 Test volg draad IN
De functie
Test IN maakt het mogelijk om te testen of de
robotmaaier in het laadstation dokt.
Test IN kan alleen worden uitgevoerd als er
Let op:
eerst een
Test UIT is uitgevoerd.
Als u deze functie selecteert, rijdt de robotmaaier
rechtstreeks langs de begeleidingsdraad naar het
laadstation om daar te dokken. De test is enkel gelukt
als de robotmaaier meteen bij de eerste poging in het
laadstation dokt. Als het de robotmaaier niet lukt om bij
de eerste poging te dokken, probeert hij het automatisch
opnieuw. De installatie is niet goedgekeurd als de
robotmaaier twee of meer pogingen nodig heeft om in
het laadstation te dokken.
3.14.5 Rijd over draad
De voorzijde van de robotmaaier rijdt altijd een bepaalde
afstand voorbij de begrenzingsdraad voordat de maaier
keert. Die afstand is standaard ingesteld op 25 cm/
10 inch, maar kan zo nodig worden gewijzigd. De
758 - 001 - 25.05.2018
minimale waarde is 20 cm/8 inch en de maximale
waarde is 30 cm/12 inch. Houd er rekening mee dat de
gegeven afstand slechts een geschatte waarde is en dat
deze uitsluitend dient ter referentie. In werkelijkheid kan
de afstand tussen de robotmaaier en de
begrenzingsdraad variëren.
Specificeer het aantal centimeters dat de robotmaaier
voorbij de begrenzingsdraad moet rijden en druk op
3.15 Veiligheid
Via deze selectie kunnen instellingen worden verricht in
verband met beveiliging en de verbinding tussen de
maaier en het laadstation.
3.15.1 Wijzig PIN-code
Voer de nieuwe pincode in en druk op
dezelfde code nogmaals in en bevestig door op
Test UIT . De
drukken. Als de PIN-code is gewijzigd, wordt op het
display heel kort de melding
weergegeven.
Maak een notitie van de nieuwe PIN-code op de
aangegeven regel in
op pagina 3
3.15.2 Veiligheidsniveau
U kunt kiezen uit 3 veiligheidsniveaus.
Veiligheidsniveau
Bij de veiligheidsniveaus
tot de robotmaaier geblokkeerd als de PIN-code
onbekend is. Bij veiligheidsniveau
een waarschuwingspiepje als er niet binnen een
ingestelde termijn de juiste PIN-code wordt ingevoerd.
Wanneer vijf keer achter elkaar een verkeerde PIN-code
wordt ingevoerd, wordt de robotmaaier enige tijd
geblokkeerd. De tijd voor de blokkering wordt bij elke
volgende mislukte poging verlengd.
Werking
Tijdsslot
PIN-verzoek
Alarm
VEILIGHEID
Wijzig PIN-code
Veiligheidsniveau
Nieuw lussignaal
OK . Voer
PIN-code gewijzigd
AANTEKENINGEN . Zie Inleiding
Laag
Midden
Hoog
Laag en Midden is de toegang
Hoog klinkt er tevens
Laag
Midden
X
X
X
Installatie - 25
OK .
OK te
Hoog
X
X
X